Manual
11
Aanwijzing –QC3.0, 2.0
•Plug &Go: geen handmatige instellingen nodig,
aansluiten en beginnen:
Door QC 3.0, 2.0 worden spanning en
vermogen automatisch ingesteld.
•Houd er rekening dat voor eciënt en
geoptimaliseerdopladen de QC 3.0, 2.0 functie
door uw apparaat moet worden ondersteund.
•Vanwege het grote aantal QC-compatibele
apparaten met verschillende rmware-versies
wordt de functie mogelijk niet volledig
ondersteund.
Als in de gebruiksaanwzing van de op te laden
apparaten geen andereinformatie uitdrukkelkis
vermeld, gaat uals volgt te werk:
•Sluit uw apparaat aan op de oplader.
•Steek vervolgens de stekker in een auto-
stopcontact van het boordnet.
•Devoortgang van het opladen wordt op uw
apparaat weergegeven.
•Koppel het eindapparaat los van de oplader
als uhet opladen wilt onderbreken of als het
eindapparaat volledig is opgeladen.
•Koppel vervolgens de oplader los van het lichtnet.
Neem b het opladen van de accu's in het apparaat
de max. oplaadtden voor de ingebouwde accu's
in acht.
Aanwzing -Auto-accu
B sommige voertuigen kan het voorkomen dat
de stroomvoorziening ondanks uitgeschakelde
ontsteking nog aanwezig is. Koppel daarom het
product los van het boordnet wanneer het niet
wordt gebruikt om te voorkomen dat de accu van
uw auto wordt ontladen.
5. Onderhoud en verzorging
•Gebruik alleen een zachte, droge doek.
Aanwzing
Koppel het apparaat altdlos van het lichtnet
voordat uhet reinigt en wanneer uhet langer
niet gebruikt.
6. Technische gegevens
Auto-oplader
Boordnet-spanning 12 V, 24 V
Uitgangsspanning /
-stroom max.
3.6-6.5VDC/3.0A
/10.8-19.5W
6.5-9.0VDC/2.0A
/13.0-18.0W
9.0-12.0VDC/1.5A
/13.5-18.0W
Uitgangsvermogen totaal 19,5 Wmax.
7. Uitsluiting aansprakelijkheid
Hama GmbH &CoKG is niet aansprakelkvoor
en verleent geen garantie op schade die het
gevolg is van ondeskundige installatie, montage
en ondeskundig gebruik van het product of het
niet in acht nemen van de handleiding en/of
veiligheidsinstructies.