Instructions

Eerste fase: montage van de componenten op de printplaat
Tweede fase: functietest
Houd er bij het solderen van de componenten rekening mee, dat deze
(indien niet anders aangegeven) strak tegen de printplaat aan gesoldeerd
worden. Alle uitstekende draden worden direct, dichtbij de printplaat afgeknipt.
Omdat men bij dit bouwpakket met veel kleine, dicht bij elkaar liggende sol-
deereilandjes te maken krijgt, mag er alleen met een soldeerbout gesoldeerd
worden die voorzien is van een kleine soldeerpunt. Voer de montage en het
solderen zorgvuldig uit. Met soldeervloeistof of slecht gesoldeerde schake-
lingen worden door ons niet in reparatie genomen en de garantie vervalt.
SOLDEERINSTRUCTIE:
Lees voordat u naar de soldeerbout grijpt eerst deze soldeerinstructie door,
wanneer u in het solderen nog niet zo ervaren bent. Solderen moet men
leren.
1. Gebruik bij het solderen van elektronica nooit soldeervet of sol-
deervloeistof. Deze ‘hulpmiddelen’ bevatten een zuur dat de compo-
nenten en printsporen kapot maakt.
2. Als soldeermateriaal mag alleen soldeertin Sn60Pb (dat is soldeertin
met 60% tin en 40% lood) met een harskern gebruikt worden, dat
meteen als vloeimiddel dient.
3. Gebruik een kleine soldeerbout van maximaal 30Watt. De soldeerpunt
moet schoon zijn zodat de warmte goed weggeleid kan worden. Dat
betekent dat de warmte van de soldeerpunt goed aan de te solderen
plaats overgedragen kan worden.
4. Het solderen zelf moet snel gebeuren, door te lang verwarmen gaan
componenten kapot, ook kunnen de printsporen erdoor loslaten.
5. Voor het solderen wordt de goed vertinde soldeerpunt op de te solderen
plaats gehouden, zo dat zowel de aansluitdraden van de component
als het printspoor verwarmd worden. Tegelijkertijd wordt er soldeertin
toegevoegd (niet te veel), dat ook mee opgewarmd wordt. Zodra het
soldeertin begint te vloeien, neemt u deze weg en wacht nog een
ogenblik totdat de tin goed rondgevloeid is. Nu haalt u de soldeerbout
weg.
6. Let erop dat de zo-even gesoldeerde component, nadat u de soldeerbout
weggehaald hebt, ongeveer 5 seconden niet bewogen wordt. Over blijft
nu een mooie zilver glanzende verbinding.
7. Voorwaarde voor goed solderen en een mooie verbinding is een
schone, niet geoxideerde soldeerpunt. Met een vuile soldeerpunt is het
absoluut onmogelijk mooi te solderen. Haalt u daarom na het solderen
het overgebleven soldeertin en hars weg met een vochtige spons of
een siliconenmatje.
8. Na het solderen worden de aansluitdraden, mogelijk kort, direct boven
de verbinding met een tangetje afgeknipt.
9. Bij het solderen van halfgeleiders, LED’s en IC’s moet men er opletten
dat men niet langer dan ongeveer 5 seconden verwarmt. Anders
maakt men de component kapot. Ook moet u bij deze componenten
goed op de polariteit letten.
10. Na het bestukken controleert u bij iedere schakeling nog een keer of
de componenten op de goede manier geplaatst en gepolariseerd zijn.
Controleert u ook of er niet per ongeluk kortsluiting is ontstaan door
tinresten. Dit kan de oorzaak zijn van het feit dat de schakeling niet
werkt of dat er dure componenten kapotgaan.
11. Houd er rekening mee dat verkeerde solderingen, foute aansluitingen,
verkeerde handelingen en bestukkingsfouten buiten onze verant-
woordelijkheid vallen.
14
15