Instructions
u alleen maar twee condensatoren (C 6/C 7 resp. C 13/C 14) te
overbruggen, zodat de knop een pal wordt om bijvoorbeeld een
relais te schakelen.
Deze besturingselektronica biedt echter meer voordelen. Haast
terloops is de aanduiding van de wisselstand al genoemd.
Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat dit geen echte
terugmelding is; als u een reële sporenschemaweergave wilt
hebben, mag u dus echt niet handmatig ingrijpen en de wissels met
de hand omzetten.
Maar dat zijn nog steeds niet alle voordelen van deze elektronica.
Deze garandeert namelijk na inschakeling een voorkeursstand,
d.w.z. dat u uw installatie zodanig kunt bedraden, dat na het
inschakelen van de voedingsspanning bepaalde wisselstraten
worden ingesteld (wat ook kan worden bereikt door een korte
onderbreking van de gelijkstroom stuurspanning van +12 V).
Als praktijkdeskundige kunt u bij het lezen van dit laatste punt zeker
een zucht niet onderdrukken, want als na het inschakelen alle
wissels, seinen, enz. gelijktijdig willen omschakelen, hoort u alleen
maar wat gebrom. De stroomvoorziening is dan namelijk overbelast
en bezwijkt!
Maar ook hier biedt de module op onderstaande manier hulp. Als er
meerdere van deze besturingen aanwezig zijn (wat normaal
gesproken het geval is), worden deze bedraad in een serie waarin
met vertraging steeds slechts één paartje na het andere wordt
ingeschakeld. Dat resulteert bij een grotere installatie in een vrolijk
geklik, waarbij alle magnetische artikelen de gewenste basisinstelling
aannemen.
De totale schakeling bestaat uit twee identiek opgebouwde helften A
en B, die beide een eigen dubbelspoelaandrijving kunnen aansturen.
Om dit te begrijpen, is het voldoende om ons te beperken tot één
(het linker) gedeelte.
We maken bewust onderscheid tussen de stuurspanning van
nominaal +12 V voor de voeding van de elektronica (wordt maar
weinig belast) en de schakelspanning +Uv voor de voeding van de
magnetische artikelen (wordt op het moment van schakelen sterk
belast). De schakelspanning kan altijd aanwezig zijn, terwijl de
genoemde inschakelvertraging alleen wordt ingesteld bij de in serie
geschakelde +12 V-stuurspanning.
De centrale omschakelplaats is de flipflop IC2, die bij elke druk op
knop Ts A omschakelt. Het gaat hierbij om een zogenaamde D-
flipflop, waarvan de uitgangen bij elke positieve flank aan de ingang
hun toestand wijzigen. Deze plusflank komt uit de voorgeschakelde
poort, die in rusttoestand via R3 aan +12 V ligt. De uitgang (pin 11) is
daarbij dus LOW, terwijl deze poort inverteert.
Zodra de knop de poortingangen via R2 aan de massa legt, klapt de
poortuitgang om en produceert deze via R5 de genoemde positieve
flank op de flipflop-klokingang (pin 3). RC-link R2/C2 onderdrukt zeer
korte stoorimpulsen en de poort verwijdert door middel van zijn
Schmitt-triggeringangen eventuele knopstuiteringen.
Op beide flipflopuitgangen is een lichtdiode aangesloten voor het
aangeven van de toestand; daarbij is ter controle op de printplaat een
ledpaartje aanwezig, terwijl het andere paartje in het sporenschema
wordt ingebouwd. Alleen als van daaruit ook de retourleiding naar de
massa bedraad is, kan een van deze leds überhaupt oplichten; let
daarop bij de ingebruikname, voordat u zonder reden klaagt!
Bovendien loopt er vanuit elke flipflopuitgang een RC-link (C6/R9
resp. C7/R10) die verantwoordelijk is voor de genoemde
omschakelimpuls. Vanwege de capacitieve koppeling wordt alleen de
schakelflank overgedragen, die na de RC-tijdconstante van 1,5 s is
verdwenen. Alleen tijdens deze periode gaat de uitgang van de
onderstaande poort op LOW (pin 4 resp. IO), en de aangesloten
transistor T2 resp. T3 leidt (basisstroom via R11 resp. R12).
Wij hebben hier bewust gekozen voor dikke Darlington-
leidingtransistors, hoewel ook een gebruikelijke klein-signaaltransistor
voor een afzonderlijke wissel voldoende geweest zou zijn. Maar van
die paar cent extra zal niemand wakker liggen, en zo hebt u direct
voldoende reservecapaciteit.
Parallel aan de verbruikersspoel (magnetische artikelen Ma 1 resp.
Ma 2) ligt een zogenaamde vrijloopdiode (D2 resp. D1), die dient voor
het kortsluiten van de inductieve spanningspieken. Zoals u wel weet,