Instructions

Bescherm deze bouwsteen tegen vocht, sproeiwater en de
inwerking van hitte!
Het apparaat mag niet worden gebruikt in combinatie met licht
ontvlambare en brandbare vloeistoffen!
Modules en componenten horen niet thuis in kinderhanden!
De modules mogen alleen in gebruik worden genomen onder
toezicht van een deskundige volwassene of een vakman!
In industriële inrichtingen moeten de ongevalpreventievoorschriften
van het Verbond van industriële beroepsverenigingen voor
elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht worden
genomen.
In scholen, opleidingsinrichtingen, hobby- en sociale werkplaatsen
moet het gebruik van modules nauwgezet door geschoold
personeel worden gecontroleerd.
Gebruik de module niet in een omgeving waarin brandbare
gassen, dampen of stoffen aanwezig zijn of kunnen zijn.
Als het apparaat gerepareerd zou moeten worden, mogen
daarvoor alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt! Het
gebruik van afwijkende reserveonderdelen kan leiden tot ernstige
schade of verwondingen!
Reparatie van het apparaat mag alleen door een vakman worden
uitgevoerd!
Als er enige vloeistof in het apparaat binnendringt, kan het
daardoor beschadigd raken. Mocht er enige vloeistof in of over de
module zijn gestroomd, dan moet het apparaat door een
gekwalificeerde vakman worden gecontroleerd.
Beoogd gebruik
Het beoogde gebruik van het apparaat is het aansturen van
modelspoorbaanwissels (elektromagnetische aandrijving) met of
zonder eindschakelaar.
Elk ander gebruik dan het hier genoemde is niet toegestaan!
Veiligheidsaanwijzing
Bij de omgang met producten die met elektrische spanning in
aanraking komen, moeten de geldende VDE-voorschriften in acht
worden genomen, vooral VDE 0100, VDE 0550/0551, VDE 0700,
VDE 0711 en VDE 0860.
Haal voor het openen van een apparaat altijd de stekker uit het
stopcontact, of verzeker u ervan dat er geen stroom op het
apparaat staat.
Componenten, modules of apparaten mogen alleen in gebruik
worden genomen als ze van tevoren in een behuizing zijn
ingebouwd, waarin ze niet aangeraakt kunnen worden. Tijdens het
inbouwen mag er geen stroom op de apparaten staan.
Er mogen op de apparaten, componenten of modules alleen
gereedschappen worden gebruikt als vaststaat, dat de apparaten
niet op de voedingsspanning zijn aangesloten en elektrische
ladingen die in de componenten in het apparaat kunnen zijn
opgeslagen, van tevoren ontladen zijn.
Spanningvoerende kabels of leidingen, waarmee het apparaat, de
component of de module is verbonden, moeten altijd worden
onderzocht op gebrekkige isolatie of breuken. Bij vaststelling van
een fout in de leiding moet het apparaat onmiddellijk buiten bedrijf
worden gesteld tot de defecte leiding is vervangen.