Instructions

15
2. Bouwfase II: functietest
2.1 Nadat alle componenten op de printplaat gemonteerd en op eventuele fouten (slechte
soldeerplekken, tinbruggen) onderzocht zijn, kan een eerste functietest uitgevoerd
worden.
Let er op, dat dit bouwpakket alleen van gezeefde gelijkspanning uit een netvoeding of
met een accu/ batterij voorzien mag worden. Deze spanningsbron moet ook de
benodigde stroom kunnen leveren.
Autoladers of speelgoedtreintrafo’s zijn hierbij als spanningsbron niet geschikt en
leiden tot beschadiging van onderdelen resp. tot het niet functioneren van de module.
2.2 Sluit op de met ” gekenmerkte soldeerstiften de beide gloeilampjes aan.
2.3 Met de draadverbindingen legt u nu de desbetreffende knipperfunctie vast. Verbindt
hiertoe soldeerstift "1" met soldeerstift 2, 3 of 4, afhankelijk van de gewenste
knipperfunctie.
Verbinding "1" met 2 = tegelijkertijd knipperen van beide lampjes
Verbinding "1" met 3 = afwisselend knipperen van beide lampjes
Verbinding "1" met 2 = onafhankelijk knipperen van beide lampjes
2.4 Sluit nu op de met "+" en "-" gekenmerkte soldeerstiften een gelijkspanning van ca.
15 V (die voor de meegeleverde gloeilampjes noodzakelijk is) aan.
Let beslist op de juiste polariteit, omdat anders componenten vernield worden.
Om het gewenste flitseffect te bereiken, moet bij gebruik van andere gloeilampjes de
bedrijfsspanning ca. 50% hoger liggen dan de lampenspanning (echter niet boven
16V).
2.5 De flitsfrequentie wordt nu met de beide trimpotentiometer P1 en P2 naar wens
ingesteld.
2.6 Is tot hier alles in orde, kunt u de volgende checklist overslaan.
2.7 Als er tegen de verwachting in de schakeling niet functioneert, schakelt u onmiddellijk
de voedingsspanning uit en controleert u de gehele printplaat nogmaals volgens de
onderstaande checklist.