G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 13 09 90 bouwpakket 11 39 99 kant en klaar apparaat Temperatuurverschilregelaar Impressum Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden.
Belangrijk! Beslist lezen! Introductie Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
Werkingsvoorwaarden • De toegestane omgevingstemperatuur (kamertemperatuur) mag tijdens het gebruik alleen tussen 0 °C en 40 °C liggen. Apparaten die ontworpen zijn voor gebruik via het stroomnet mogen alleen werken op 230 V / 50 Hz wisselspanning. • Als er condenswater gevormd wordt, moet er een acclimatiseringtijd van maximaal 2 uur afgewacht worden. Het gebruik van de module mag alleen geschieden met de daarvoor voorgeschreven spanning.
• Een reparatie van het apparaat mag alleen uitgevoerd worden door het Conrad Service-Center of door een elektrovakman! Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is • Bij het gebruik van onderdelen of modules dient u zich steeds te houden aan de in de bijbehorende beschrijving genoemde karakteristieke gegevens voor elektrische grootheden.
• De ingebruikname mag principieel pas gebeuren, als de schakeling absoluut veilig voor aanraken in een behuizing is ingebouwd. • Als metingen bij geopende behuizingen onvermijdelijk zijn, moet er uit veiligheidsoverwegingen een scheidingstrafo tussen geschakeld worden, of, zoals reeds genoemd, de spanning via een geschikte adapter (die aan de veiligheidsbepalingen voldoet) toegevoerd worden. • Alle bedradingswerkzaamheden mogen alleen in spanningloze toestand uitgevoerd worden.
De miningang wordt via de spanningverdeler R2/R15 van een vaste voorspanning voorzien. Met de terugkoppelingsweerstanden R21 en R22/24 stelt men de factor in, waarmee de ingangsverschilspanning versterkt wordt. De temperatuurafhankelijke weerstandsverandering van de PT-1000-voeler is exact gedefinieerd. De desbetreffende curve is als tabel opgeslagen in de microprocessor; bij 0 °C bedraagt de weerstand exact 1000,0 Ω.
Na het insolderen van de drie draadbruggen worden de weerstanden geplaatst. Om elke vervalsing van de meetsignalen uit te sluiten, verdient het aanbeveling om in het bereik van de voorversterker weerstanden met een metalen laag te gebruiken - in ieder geval daar, waar ze invloed op de versterking resp. op het voorbereiden van het signaal hebben (brug, terugkoppeling).
In rusttoestand (relais niet geschakeld) is het "O"-contact (opener-contact) van een relais geleidend verbonden met het "C"-contact. (1) UP-toets Als het apparaat met de SET-toets in de programmeermode gebracht is, kan met de UP-toets de desbetreffende temperatuurwaarde met 1 °C verhoogd worden. Samen met de DOWN-toets (2) kan in het desbetreffende programmapunt een reset uitgevoerd worden.
(6) Aanduidings-LED relais 2 Deze LED licht op, als relais 2 ingeschakeld wordt. Relais 2 wordt ingeschakeld, als de ingestelde maximale temperatuur bereikt wordt. (7) Aanduidings-LED relais 1 Deze LED licht op, als relais 1 ingeschakeld wordt. Relais 1 wordt ingeschakeld, als het ingestelde maximale temperatuurverschil bereikt wordt. (8) Display-LED net Deze LED licht op, als het apparaat voorzien wordt van netspanning, m.a.w. als het in werking is.
Als u nogmaals op de SET-toets drukt, verschijnt op het display (R 2 : AUS). Met de UP- of DOWN-toets kan nu relais 2 in- of uitgeschakeld worden. Om terug te keren naar de automatische werking hoeft u alleen op de MODE-toets (4) te drukken. Het apparaat bevindt zich dan weer in de normale werkingsmode.
Displays Voedingsspanning Vermogenverbruik Afmetingen : : : : LC-display met 2 x 16 tekens en 4 LEDs 220 - 240 V~/50 Hz via wandcontactdoos max. 1,5 VA 132 x 70 x 55 mm (bouwpakket) 168 x 162 x 85 mm (in behuizing) Let op! Voor u met het in elkaar zetten begint, dient u eerst in alle rust deze montagehandleiding tot aan het eind door te lezen, voor u de module of het apparaat in gebruik neemt (vooral het hoofdstuk over mogelijke fouten en het verhelpen ervan!) en natuurlijk de veiligheidsbepalingen.
Als tot nu toe alles in orde is en draait de "zaak" desondanks nog niet, dan is er waarschijnlijk een onderdeel defect. Als u een beginner bent op het gebied van elektronica, is het in dat geval het beste, als u een kennis om raad vraagt die een beetje thuis is in elektronica en eventueel benodigde meetapparatuur bezit.
8. is het absoluut onmogelijk schoon te solderen. Verwijder daarom elke keer nadat u gesoldeerd heeft overtollig soldeer en vuil met een vochtige spons of een siliconenafstrijker. 1. Bouwfase I: Na het solderen worden de aansluitdraden direct boven de soldeerplek afgeknipt met een zijkniptang. 1.1 Weerstanden 9. Bij het solderen van halfgeleiders, LEDs en ICs dient u er speciaal op te letten dat de soldeertijd van 5 sec niet overschreden wordt, omdat anders het onderdeel vernield wordt.
R7 R8 R9 R10 R11 R13 R15 R22 R24 = 10 k = 4k7 = 4k7 = 820 R = 4k7 = 4k7 = 820 R = 150 k = 150 k bruin, geel, geel, grijs, geel, geel, grijs, bruin, bruin, zwart, violet, violet, rood, violet, violet, rood, groen, groen, oranje zwart, zwart, zwart, rood rood zwart, geel geel 1.3 Diodes bruin (metalen laag) bruin (metalen laag) zwart (metalen laag) Buig de aansluitdraden van de diodes in overeenstemming met de rastermaat rechthoekig om en steek de diodes in de aanwezige openingen (volgens opdruk).
C1 C9 C10 C11 C12 C14 C15 C16 C17 C18 = = = = = = = = = = 220 0,1 10 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 µF µF µF µF µF µF µF µF µF µF 35 Volt = 100 nF 16 Volt = 100 nF = 100 nF = 100 nF = 100 nF = 100 nF = 100 nF = 100 nF elco = 100 000 pF elco = 100 000 pF = 100 000 pF = 100 000 pF = 100 000 pF = 100 000 pF = 100 000 pF = 100 000 pF 1 x fitting 8-pol.
BI 1.9 Relais = B 80 C 800 of dergelijke Monteer de beide 12 V relais op de printplaat en soldeer de aansluitstiften aan de printbaankant. REL 1 = Rel. 12 V 1 x U REL 2 = Rel. 12 V 1 x U 1.8 Spanningsregelaar Nu worden de geïntegreerde spanningsregelaar en de referentie-spanningsIC in de daarvoor bedoelde openingen geplaatst en de aansluitpootjes worden op de soldeerkant gesoldeerd.
1.12 Zwakstroomzekering 1.15 Geïntegreerde schakeling (IC) Bij deze werkzaamheden wordt de zwakstroomzekering (T 32 mA) in de beide zekeringclips gedrukt. Daarna wordt het geheel samen in de overeenkomstige openingen van de zekeringhouder aan de printbaankant gesoldeerd. Tenslotte wordt het geïntegreerde schakelcircuit met de juiste poling in de daarvoor bedoelde fitting gestoken.
De hier in deze bouwfase gebruikte weerstanden zijn weerstanden met een koolstoflaag. Deze hebben een tolerantie van 5% en zijn gekenmerkt door een goudkleurige "tolerantie-ring". Weerstanden met een koolstoflaag bezitten normaalgesproken 4 kleurringen. Voor het aflezen van de kleurcode wordt de weerstand zo gehouden, dat de goudkleurige tolerantiering zich aan de rechterkant van de weerstand bevindt.
Dit is de markering (aansluiting 1) voor de IC, die er later in geplaatst moet worden. De fitting moet zo geplaatst worden, dat deze markering overeenkomt met de markering op de printplaat! De PLCC 44-fitting is gekenmerkt met een afgeschuinde hoek. Deze afgeschuinde hoek wordt ook op de printplaat weergegeven.
2.8 Bussenstrip voor folietoetsenbord A A K K Steek de bussenstrip in de desbetreffende openingen op de printplaat en soldeer de strip met de printplaat. ST3 = bussenaansluitstrip voor folietoetsenbord Als een duidelijk herkenningspunt van een LED ontbreekt of u twijfelt aan de polariteit (omdat verschillende fabrikanten verschillende kenmerken gebruiken), dan kan die ook door uitproberen bepaald worden. Daartoe handelt u als volgt: U sluit de LED via een weerstand van ca.
2.11 Stiftstrips stiftstrip display schroef 2.2 x 13 afstands rol 6 mm Monteer nu de beide stiftstrips op de printplaat. Deze moeten voor de inbouw overeenkomstig ingekort worden. De korte kanten van de aansluitstiften worden vanaf de montagekant door de openingen gestoken en aansluitend aan de printbaankant gesoldeerd. printbaan 1 x stiftstrip 14-polig recht (voor LCD 2 x 16 display) ST 2 = stiftstrip 5-polig dubbele rij gehoekt Aanzicht van onderen 0 0 , . . . . C 2.12 LC-Display 2.
Let op! Geïntegreerde schakelingen zijn zeer gevoelig voor verkeerde poling! Let daarom op de desbetreffende markeringen van de ICs (inkeping op punt). Geïntegreerde schakelingen mogen principieel niet vervangen of in de fitting gestoken worden bij aanwezige spanning! C1 IC2 C3 samenpersen niet kantelt, anders breekt hij af of de sneden van de contacten breken af. Monteer op deze manier per uiteinde van de kabel een stekker.
Onderdelenschema netvoeding-/ relaisprintplaat (HB 492) 44 Onderdelenschema bedienings-/ displayprintplaat (HB 492A) 45
3. Bouwfase III: 2. Tijdens de elektrische controle mag het apparaat niet rechtstreeks aangeraakt worden! 3. Nu worden alle aansluitingen (aansluitklemmen) van het apparaat, met uitzondering van de aansluitingen die met een bliksemschicht gekenmerkt zijn, met de spanningzoeker gecontroleerd op spanningloosheid. Als de spanningzoeker oplicht, kan er gevaar bestaan! 4.
3.3 Voor de eerste ingebruikname (functietest) gelieve u een aparte netvoeding te gebruiken, die aan de desbetreffende VDE-bepalingen voldoet. Voed hiertoe de gelijkrichter BI met de juiste poling met een gelijkspanning van ca. 12 Volt. De pluspool van de netvoeding wordt verbonden met het met "+" gekenmerkte pootje van de gelijkrichter, en de minpool van de netvoeding met het met "-" gekenmerkte pootje.
❑ Zijn de diodes juist gepoold en gesoldeerd? Klopt de op de diodes aangebrachte kathodering met de opdruk op de printplaat? De kathodering van D2 en D3 moet steeds van T2 af wijzen. ❑ Zijn de LEDs juist gepoold en gesoldeerd? Als men een lichtdiode tegen het licht houdt, herkent men de kathode aan de grotere elektrode binnen in de LED. Bij de opdruk op de printplaat wordt de positie van de kathode door een dikkere streep in de contouren van de lichtdiode weergegeven.
❑ zuurhoudend soldeertin, met soldeervet of soortgelijke vloeimiddelen gesoldeerd worden, vervalt de garantie! Deze bouwpakketten worden door ons niet gerepareerd of vervangen! 9. Druk nu eerst op de DOWN- en daarna op de UP-toets, In plaats van het "NEIN" verschijnt er nu kort "JA" op het display en het apparaat voert een 73°-trim uit. Als al deze punten gecontroleerd en eventuele fouten gecorrigeerd zijn, dient u zoals in bouwfase 3.1 vermeld opnieuw alle onderdelen te controleren.
• Kabels met een spanning die bij aanraken gevaarlijk is (b.v. netspanning) mogen in de behuizing noch de elektronica noch de laagspanningskabels aanraken, maar moeten met geschikte middelen op afstand bevestigd worden. Storing Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, doet het apparaat buiten werking gesteld worden en beschermd worden tegen het per ongeluk in werking zetten door derden.
• Bij overbelasting van de module • Bij schades door ingrepen van derden • Bij schades door het zich niet houden aan de bedieningshandleiding en het aansluitschema • Bij aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsoort • Bij verkeerde poling van de module • Bij verkeerde bediening of schades door onzorgvuldige behandeling of misbruik • Bij defecten die ontstaan door overbrugde zekeringen of door het gebruik van verkeerde zekeringen.
Schakelschema analoge gedeelte 58 59