Operation Manual
NL
13
6 Bediening
6.1 Schuinstelbegrenzing
Afb. 7
• Zaagbladinstelling 0° tot 45°
kan op de schaal afgelezen
worden (Afb. 2/Pos 19). Door
draaien aan de draa
igreep (Afb.
2/Pos. 6) kan de instelling
gewijzigd worden.
Afb. 8
• De hoekgrootte kan in beide
richtingen vergroot worden.
Door indrukken van de
hoekbegrenzer (Afb. 2/Pos. 11
en 5) is het mogelijk de
hoekverstelling van -1,5° tot
• +46,5° te vergroten.
6.2 Aanslaginstelling
Afb. 9
• Plaats de aanslagliniaal aan de
gecombineerde aanslag
(schroeven moeten in de
geleiding lopen).
•
Om de gecombineerde aanslag
vast te zetten, druk de hendel
(Afb. 2/Pos. 4 + 5) naar
beneden; om los te maken trek
de hendel weer naar boven.
• Om de hoek in te stellen, maak
de schroef los en plaats de
aanslag in de gewenste positie.
6.3 Zaagdiepte instellen
Afb. 10
• Door draaien van de draaigreep
(Afb. 2/Pos. 7) kan de instelling
gewijzigd worden.
• Handwiel naar links draaien =
kleinere zaagdiepte
• Handwiel naar rechts draaien =
grotere zaagdiepte.










