Operation Manual
-38-
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaken en oplossingen
De camera kan niet worden
aangeschakeld.
1. De batterij is leeg. Laad de batterij op.
2. Er is vocht gecondenseerd in het apparaat. Droog het
apparaat in een omgeving van 18 ° C minimum.
3. Het toestel wordt aangesloten op de PC. Wacht tot de
verbinding tot stand is gebracht.
De camera laadt niet op. 1. De lader is niet correct verbonden met het toestel.
charger is not connected correctly to the device. Con-
troleer de USB-aansluitingen.
2. De prestatie van de batterij is te laag (de prestatie
van de batterij zal dalen na een paar jaar gebruik).
De camera kan geen video’s
opnemen.
1. Er is geen SD/TF kaart geplaatst. Plaats een SD-kaart.
2. Er kan een probleem zijn met de SD/TF-kaart. Format-
teer de SD-kaart in het apparaat en probeer opnieuw.
3. De SD-kaart is niet correct geplaatst. Verwijder de
kaart en plaats deze op de correcte manier.
Het beeld is niet duidelijk. De lens vuil. Maak de lens proper met een zachte doek.
Het beeld is te donker / licht. De belichtingsinstellingen zijn verkeerd. De instellingen
moeten worden aangepast in het menu.
De camera kan geen verbin-
ding maken met de PC.
De USB-kabel is niet correct aangesloten op het toestel/
PC. Controleer de USB-aansluitingen. Gebruik alleen de
bijgeleverde kabel.
Er verschijnen verticale stre-
pen op het LCD display.
Direct en fel licht kan verticale strepen op het scherm
veroorzaken. Schakel het toestel uit en wacht minstens
30 min.
Het LCD display is niet
duidelijk.
Het display werd blootgesteld aan fel licht. Schakel het
toestel uit en wacht minstens 30 min.
De verkeerde datum of tijd
wordt weergegeven op de
beelden.
1. De instelling voor datum en tijd is niet correct. Stel de
juiste datum / tijd in in het menu.
2. Datum en tijd worden teruggezet naar de fabrieksin-
stellingen als de interne batterij leeg is.
Er verschijnt geen beeld op
de TV.
De AV of HDMI kabel is niet correct verbonden. Check
de aansluiting en controleer de input-optie in het menu
van de TV.
Verkeerde of geen LDWS /
FCWS / FCMD waarschu-
wingen.
1. De automatische kalibratie-methode werd misschien
niet correct ingesteld. Rij minstens 15 min. voor het
opnieuw afstellen van de auto-kalibratie.
2. Het toestel moet worden gereset met de reset-toets.
3. Zorg ervoor dat de installatie is uitgevoerd zoals be-
schreven op pagina 25.
De camera is volledig vast-
gelopen: geen bediening
mogelijk.
Onjuiste handelingen (plaatsen of verwijderen TF Card
tijdens het opnemen, vaak en wanordelijk op toetsen
drukken...) kan leiden tot een systeemfout. Gebruik de
Reset toets om het toestel te resetten.