Operation Manual
45 
NEDERLANDS
INFORMATIE
 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Woordenlijst
Bootloaderversie
Bootloader is een software die door de firmware 
van het toestel van een bootbaar medium gela-
den en daarna uitgevoerd wordt. De bootloader 
laadt dan  andere  delen  van  het  besturingssys-
teem.
Domain name system
Het Domain Name System (DNS) is een van de 
belangrijkste diensten op het internet. De hoofd-
taak is het omzetten van internetadressen in het 
bijbehorende IP-adres.
Firmwareversie
Firmware  slaat  op  de  software  die  in  een pro-
grammeerbare chip (microcontroller) ingebed is. 
Dit is meestal in een flashgeheugen, een EPROM 
of een EEPROM opgeslagen.
De firmware bevat functies voor de besturing van 
het toestel.
Gateway-IP
Met een gateway kunnen netwerken, die op volle-
dig verschillende protocollen gebaseerd zijn, met 
elkaar communiceren.
In  een  thuisomgeving  wordt  overwegend  een 
combinatie van router en DSL-modem als internet-
gateway gebruikt.
Hardwareversie
Met hardware wordt in deze context het toestel 
bedoeld.  Daartoe  behoren  alle  componenten 
zoals processor, display etc.
IP-adres
Een IP-adres (Internet-Protocol-adres) dient voor 
de  ondubbelzinnige adressering van compu-
ters en andere toestellen in een IP-netwerk. Het 
bekendste  netwerk  waarin IP-adressen gebruikt 
worden, is het internet. Daar worden bijvoorbeeld 
webservers via IP-adressen aangesproken.
Het  IP-adres  kan  door  de  router  automatisch 
aangeboden worden (Automatic Address) of het 
wordt handmatig  in  de  router  ingevoerd (Stati-
cAddress).  Als  het  handmatig werd  ingevoerd, 
dan moet ook in de hifi-installatie dit IP-adres in-
gevoerd worden.
NAS (Network Access Storage)
De afkorting NAS wordt gebruikt voor appara-
tuur die gegevens van een harde schijf in een net-
werk aanbiedt.
Network name (SSID)
De netwerknaam (SSID – Service Set Identifier) 
identificeert een radionetwerk dat op IEEE 802.11 
gebaseerd is.
Elk Wireless LAN bezit een configureerbare SSID 
om het radionetwerk ondubbelzinnig te kunnen 
identificeren.
De tekenrij van de netwerknaam kan tot 32 tekens 
lang  zijn. Die wordt in het basisstation  (Access 
Point) van een Wireless LAN geconfigureerd en 
op alle clients, die er toegang toe moeten heb-
ben, ingesteld.
Netwerkmasker
Het netmasker of het netwerkmasker, gedeeltelijk 
nog als subnetmask omschreven, is en bitmasker 
dat een IP-adres in een netwerken een toestel– 
resp. hostdeel scheidt. Het wordt in IP-netwerken 
gebruikt om routingbeslissingen te treffen.
Privé-IP-adres
Privé-IP-adressen behoren tot bepaalde IP-adres-
bereiken die in het internet niet geroutet worden. 
Ze kunnen door iedereen voor privénetwerken, 
zoals bijv. LAN’s gebruikt worden.
Vele  computernetwerken  hebben  weliswaar 
onder elkaar volledige connectiviteit op IP-niveau 
nodig,  maar  slechts  een  beperkte  internettoe-
gang. Wijst men aan zo’n computernetwerk een 
privé-IP-adresbereik toe, dan  vormt zich een in-
tranet waartoe vanuit het internet geen toegang 
verkregen kan worden, omdat de internetrouters 
de privé-adresbereiken negeren. Een gateway of 
router die in dit privénetwerk geplaatst is en naast 
het privé-IP-adres bijkomend over een openbaar 
adres van het internet beschikt, brengt de internet-
toegang tot stand. Dit kan via een proxy gebeu-
ren of met NAT/PAT/Masquerading.
Omdat  het gebruikte adresbereik  alleen  bin-
nen het privénetwerk zichtbaar is, kan hetzelfde 
bereik  ook  in  andere  privénetwerken  gebruikt 
worden. De door het internetprotocol benodigde 
ondubbelzinnigheid van een IP-adres blijft door 
de beperkte zichtbaarheid gegarandeerd.










