Operation Manual

NEDERLANDS
48
INFORMATIE
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Woordenlijst
Bootloaderversie
Bootloader is een software die door de firmware
van het toestel van een bootbaar medium gela-
den en daarna uitgevoerd wordt. De bootloader
laadt dan andere delen van het besturingssys-
teem.
Domain name system
Het Domain Name System (DNS) is een van de
belangrijkste diensten op het internet. De hoofd-
taak is het omzetten van internetadressen in het
bijbehorende IP-adres.
Firmwareversie
Firmware slaat op de software die in een pro-
grammeerbare chip (microcontroller) ingebed is.
Dit is meestal in een flashgeheugen, een EPROM
of een EEPROM opgeslagen.
De firmware bevat functies voor de besturing van
het toestel.
Gateway-IP
Met een gateway kunnen netwerken, die op volle-
dig verschillende protocollen gebaseerd zijn, met
elkaar communiceren.
In een thuisomgeving wordt overwegend een
combinatie van router en DSL-modem als internet-
gateway gebruikt.
Hardwareversie
Met hardware wordt in deze context het toestel
bedoeld. Daartoe behoren alle componenten
zoals processor, display etc.
IP-adres
Een IP-adres (Internet-Protocol-adres) dient voor
de ondubbelzinnige adressering van compu-
ters en andere toestellen in een IP-netwerk. Het
bekendste netwerk waarin IP-adressen gebruikt
worden, is het internet. Daar worden bijvoorbeeld
webservers via IP-adressen aangesproken.
Het IP-adres kan door de router automatisch
aangeboden worden (Automatic Address) of het
wordt handmatig in de router ingevoerd (Stati-
cAddress). Als het handmatig werd ingevoerd,
dan moet ook in de hifi-installatie dit IP-adres in-
gevoerd worden.
NAS (Network Access Storage)
De afkorting NAS wordt gebruikt voor appara-
tuur die gegevens van een harde schijf in een net-
werk aanbiedt.
Network name (SSID)
De netwerknaam (SSID Service Set Identifier)
identificeert een radionetwerk dat op IEEE 802.11
gebaseerd is.
Elk Wireless LAN bezit een configureerbare SSID
om het radionetwerk ondubbelzinnig te kunnen
identificeren.
De tekenrij van de netwerknaam kan tot 32 tekens
lang zijn. Die wordt in het basisstation (Access
Point) van een Wireless LAN geconfigureerd en
op alle clients, die er toegang toe moeten heb-
ben, ingesteld.
Netwerkmasker
Het netmasker of het netwerkmasker, gedeeltelijk
nog als subnetmask omschreven, is en bitmasker
dat een IP-adres in een netwerken een toestel–
resp. hostdeel scheidt. Het wordt in IP-netwerken
gebruikt om routingbeslissingen te treffen.
Privé-IP-adres
Privé-IP-adressen behoren tot bepaalde IP-adres-
bereiken die in het internet niet geroutet worden.
Ze kunnen door iedereen voor privénetwerken,
zoals bijv. LAN’s gebruikt worden.
Vele computernetwerken hebben weliswaar
onder elkaar volledige connectiviteit op IP-niveau
nodig, maar slechts een beperkte internettoe-
gang. Wijst men aan zo’n computernetwerk een
privé-IP-adresbereik toe, dan vormt zich een in-
tranet waartoe vanuit het internet geen toegang
verkregen kan worden, omdat de internetrouters
de privé-adresbereiken negeren. Een gateway of
router die in dit privénetwerk geplaatst is en naast
het privé-IP-adres bijkomend over een openbaar
adres van het internet beschikt, brengt de internet-
toegang tot stand. Dit kan via een proxy gebeu-
ren of met NAT/PAT/Masquerading.
Omdat het gebruikte adresbereik alleen bin-
nen het privénetwerk zichtbaar is, kan hetzelfde
bereik ook in andere privénetwerken gebruikt
worden. De door het internetprotocol benodigde
ondubbelzinnigheid van een IP-adres blijft door
de beperkte zichtbaarheid gegarandeerd.