Operation Manual
32
NEDERLANDS
7
Laat het apparaat echter nooit onbeheerd
achter zo lang het in gebruik is. Er wordt uiter-
ste voorzichtigheid geboden als het apparaat
gebruikt wordt in de buurt van kinderen en
personen met verminderde fysieke, gevoels- of
mentale vaardigheden.
7
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
in gebruik neemt, dient u alle onderdelen die
met voedsel in contact komen zorgvuldig te
reinigen. Zie voor details het deel "Reiniging
en onderhoud".
7
Droog het apparaat en alle onderdelen voor-
dat u het aansluit op de netspanning en voor
het bevestigen van de accessoires.
7
Laat het apparaat niet werken zonder ingredi-
enten in de maatbeker of de hakkom.
7
Plaats het apparaat, de opzetstukken, de
stroomkabel of stekker nooit op hete opper-
vlakken zoals gas- of elektrische branders of
hete ovenoppervlakken en gebruik nooit met
hete vloeistoffen of voedsel. Laat heet voedsel
en vloeistoffen tot min. 80°C of minder afkoe-
len voor het in het apparaat te gebruiken.
7
Gebruik het apparaat niet voor zaken waar
het niet voor bedoeld is.
7
Schakel het apparaat voor het verwerken van
voedsel nooit langer in dan nodig.
7
Het apparaat nooit met vochtige of natte han-
den gebruiken.
7
Gebruik het apparaat slecht met de gele-
verde onderdelen.
7
Het apparaat is ontworpen voor verwerking
in uitsluitend huishoudelijke hoeveelheden.
7
Gebruik het apparaat niet als de messen be-
schadigd zijn of slijtage vertonen.
7
Gebruik het apparaat altijd op een stabiel,
vlak, schoon en droog oppervlak.
7
Zorg dat er geen gevaar optreedt omdat ie-
mand per ongeluk aan de stroomkabel trekt of
omdat iemand hierover struikelt wanneer het
apparaat in gebruik is.
7
Plaats het apparaat zodanig dat de stekker
altijd toegankelijk is.
7
Een spatel kan worden gebruikt om het voed-
sel uit de maatbeter of de hakkom te verwijde-
ren. Zorg voordat u dit doet dat het apparaat
uitgeschakeld is.
7
We raden niet aan het apparaat te laten
werken met droog of hard voedsel of voor het
hakken van ijs, omdat dit tot botte messen kan
leiden.
7
Verwijder botjes en pitten uit voedsel om te
voorkomen dat de messen en het apparaat
beschadigd raken.
VEILIGHEID EN INSTALLATIE _________________