Operation Manual

53
NEDERLANDS
SPECIALE INSTELLINGEN
------------------------------------------------------------------------------------
Opmerking:
7
Als u andere televisiezenders wilt afstemmen,
herhaalt u de stappen 4 tot 8.
8 Druk op »i« om de instelling te beëindigen.
Opgeslagen analoge zenders
bewerken
U kunt zenders die met de functie automatisch
zoeken naar zenders werden opgeslagen tij-
dens het afstemmen van de televisiezenders,
verwijderen. U kunt ook zenders op een andere
zenderplaats opslaan, de naam van een zender
wijzigen of invoeren of zenders overslaan.
Een zenderlijst selecteren
Opmerking:
7
Analoge zenders kunnen worden geselec-
teerd als de optie »Lucht« of »Kabel« is ge-
selecteerd.
1 Open het menu met »i«.
2 Selecteer »BRON SET-UP« met »
V
« of »
Λ
«
en druk op »« om te bevestigen.
Het menu »BRON SET-UP« verschijnt.
3 Selecteer »Progr. Bewerk.« met »
V
« of »
Λ
«
en druk op »« om te bevestigen.
Het menu »PROGR. BEWERK.« verschijnt.
Opmerking:
7
In de volgende hoofdstukken vindt u meer
uitleg over de bediening.
Zenders verwijderen
1
In het menu »
PROGR. BEWERK.
« selecteert u
de te verwijderen televisiezender met
»
V
«,
»
Λ
«, »
<
« of »
>
« en drukt u op » « (rood)
om te bevestigen.
2 Druk op » « (geel) om het verwijderproces
te bevestigen.
Opmerking:
7
» « (blauw) maakt het mogelijk om alle
televisiezenders te verwijderen.
3 Druk op » « (groen) om het verwijderproces
te bevestigen.
De televisiezenders afstellen door
middel van het invoeren van de
zendernummers
1 Open het menu met »i«.
2 Selecteer »BRON SET-UP« met »
V
« of »
Λ
«
en druk op »« om te bevestigen.
Het menu »BRON SET-UP« verschijnt.
3 Selecteer »Manueel analoog afstemmen«
met »
V
« of »
Λ
« en druk op »« om te be-
vestigen.
Het menu verschijnt.
Prog Nummer
TSystem
Band
Kanaalinvoer
Fijnafstem.
1
INSTALLATIE
MANUEEL ANALOOG AFSTEMMEN
BG
C
2
0
Aut. nr vorig
Aut. vlg Opslaan
48.25 MHz
4 Selecteer »Prog. Nummer« door op »
V
« of
»
Λ
« te drukken en gebruik »
<
« of »
>
« om de
zenderplaats op te slaan.
5 Selecteer »Band« door op »
V
« of »
Λ
« te
drukken en gebruik »»
<
« of »
>
« om te kie-
zen tussen »S« (speciale zender) of »C« (nor-
male zender).
6 Selecteer »Zender« met »
V
« of »
Λ
« en geef
het zendernummer stap voor stap in met
»
<
« of »
>
«, of gebruik »1…0« om het recht-
streeks in te geven.
Opmerkingen:
7
Het actuele systeem wordt weergegeven onder
»Systeem«. Als de kleur en/of het ge-
luid niet optimaal zijn, selecteert u
»Systeem« met
V
« of »
Λ
«. Gebruik »
<
« of
»
>
« om de gewenste instelling te selecteren.
7
Als fijnafstemmen nodig is, selecteert
u »Fijnafstemmen« met »
V
« of »
Λ
« en
gebruikt u »
<
« of »
>
« om dit in te stellen.
7 Druk op » « (blauw) om de instelling op
te slaan.