Operation Manual

56
NL
toebehoren de netstekker uit te trekken.
Let erop dat het apparaat uitgeschakeld is
wanneer u de stekker in het stopcontact
steekt.
• Bewaarongebruikteapparatenopeen
droge, afgesloten plaats en buiten de reik-
wijdte van kinderen.
Opgelet! Zo vermijdt u schade aan
het apparaat en eventueel daaruit
voortvloeiende lichamelijke letsels:
Onderhoud uw apparaat:
• Houdvoldoendeafstandtotmateriële
waarden (bijvoorbeeld vensterruiten,
voertuigen), ze kunnen beschadigd wor-
den.
• Houdtdekettingscherpenschoonzodat
veilig en beter werken gegarandeerd is.
• Werkenkelinhetopgegevenprestatie-
domein. Gebruik geen machines met een
zwak vermogen voor zwaar werk. Ge-
bruik de machines niet voor doeleinden
waarvoor ze niet geschikt zijn.
• Trekbijnietgebruikvandemachine,voor
onderhoud, reiniging of bij vervanging
van onderdelen de stekker uit. Bescha-
digde veiligheidsvoorzieningen en onder-
delen moeten deskundig door ons ser-
vicecenter worden gerepareerd of worden
vervangen, tenzij anders is aangegeven
in de bedieningshandleiding.
• Meerdereonderhoudswerkzaamheden,
die niet in deze gebruiksaanwijzing ver-
noemd worden, mogen enkel van de
klantendienst voor kettingzagen uitge-
voerd worden.
• Gebruikenkelonderdelendieindeze
aanwijzing aanbevolen worden.
Voorzorgsmaatregelen tegen terug-
slag
Opgelet! Terugslag! Let tijdens de
werkzaamheden op terugslag van
de machine. Er bestaat gevaar voor
verwondingen. U vermijdt terugsla-
gen door oplettendheid en een juiste
zaagtechniek.
Terugslag is de benaming voor het bliksem-
snelle terugveren van het apparaat en van
het zwaard van een voorwerp. De terugslag
doet zich voor als het terugslagbereik (zie af-
beelding a) aan het uiteinde van het zwaard
een voorwerp raakt of het hout het apparaat
in de snede doet geklemd zitten. Bij een
terugslag krijgt de gebruiker een krachtige
schok van het apparaat. Het gevolg kan
zijn dat hij de controle over het apparaat
verliest en ernstige verwondingen oploopt.
Bild 1
(b)
(a)
Bild 1
• Houdhetapparaataltijdmetbeidehan-
den goed vast, met één hand aan de
achterste en met de andere hand aan
de voorste handgreep. Duim en vingers
moeten de handgrepen vast omsluiten.
• Zaagnietmethetuiteindevandezaag
(zie afbeelding b). Buig bij het zagen niet
te ver naar voren.
• Zorgervoordatergeenvoorwerpenop
de grond liggen, waarover u kunt struike-
len.
• Letopdeaanwijzingenvoorhetaan-
scherpen van de zaagketting en voor het
onderhoud van het apparaat.
• Gebruiksteedsdoordefabrikantvoor-
geschreven reserverails (zwaarden) en
zaagkettingen.