Operation Manual

55
NL
Gebruik:
• Vergewisudathetapparaatbijhetstar-
ten en tijdens het werk niet met de grond,
stenen, draad of andere vreemde voor-
werpen in aanraking komt. Schakel het
apparaat uit voordat u het neerzet.
• Werknietmethetapparaatalsumoeof
ziek bent of na het innemen van tabletten,
alcohol of andere drugs. Las altijd tijdig
een werkpauze in.
• Eenlangergebruikvanhetmotorisch
aangedreven apparaat kan tot door trillin-
gen veroorzaakte storingen in de door-
bloeding van de handen leiden. U kunt
de gebruiksduur echter door geschikte
handschoenen of regelmatige pauzes
verlengen. Let erop dat de persoonlijke
aanleg tot een slechte doorbloeding,
lage buitentemperaturen of grote grijp-
krachten bij het werken de gebruiksduur
verkort(en).
• Hetapparaatisgemaaktommettwee
handen gebruikt te worden. Werk nooit
met één hand.
• Letbijhetzagenopeenveiligestanden
neem een veilige arbeidshouding aan.
Werk niet op een ladder, in een boom of
op instabiele locaties.
Wees tijdens de werkzaamheden op een
helling zeer voorzichtig. U zou uw even-
wicht kunnen verliezen.
• Letbijhetzagenopvallendetakken.Het
gevaar bestaat, door vallende takken of
door wegspringende takken, als deze op
de grond vallen, geraakt te worden.
• Legdestroomkabelinprincipeachterde
persoon, die de zaag bedient. Des kabel
moet altijd naar achter, weg van het ap-
paraat, gelegd worden.
• Schakelhetapparaatslechtsinalsude
snoei-inrichting in het oog hebt. Vergewis
u dat het apparaat bij het aanzetten en
tijdens de werkzaamheden niet met de
grond, met stenen, met draad of met an-
dere vreemde voorwerpen in aanraking
komt. Schakel het apparaat uit voordat u
het uitzet.
• Leterbijeenveranderingvandelocatie
op dat het apparaat uitgeschakeld is en
uw vinger niet de schakelaar “Aan/uit” aan-
raakt. Draag het apparaat met een naar
achter gericht(e) ketting en zwaard aan de
telescopische steel. Breng voor het trans-
port van het apparaat de kettingkast aan.
• Werknietbijregen,bijslechteweersom-
standigheden of in een vochtige omge-
ving. Werk enkel bij een goede verlichting.
• Leteropdatdehandvattenbijhetwerken
droog en schoon zijn.
• Zetbijiederesnededeklauwaanslager
vast tegen en begin dan pas met het za-
gen.
• Weesbijhetzagenvankleinestruiken
en takken uiterst voorzichtig. De dunne
takken kunnen in de zaag vastraken en
in uw richting slaan of u uit uw evenwicht
brengen.
• Snoeigeenopdegrondliggendhout.
• Letbijhetzagenvaneenonderspanning
staande tak op een mogelijke terugslag
als de spanning van het hout plotseling
afneemt. Er bestaat gevaar voor verwon-
dingen.
• Gebruikhetapparaatnietindenabijheid
van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
In geval van veronachtzaming bestaat er
brand- of explosiegevaar.
• Werknietmeteenbeschadigd,onvolledig
of zonder toestemming van de fabrikant
gewijzigd apparaat. Gebruik de zaag
nooit met een defecte veiligheidsuitrus-
ting. Gebruik geen gereedschap, waarvan
de schakelaar niet in- en uitgeschakeld
kan worden. Controleer vóór het gebruik
de veiligheidstoestand van de zaag en in
het bijzonder het zwaard, de kettingrem
en de ketting.
• Gelievewanneerhetapparaatnietge-
bruikt wordt, vóór het onderhoud, vóór
de controle, reiniging of uitwisseling van