Operation Manual

37
BNL
Onderhoud en reiniging
Laat werkzaamheden die niet in deze
bedieningshandleiding worden be-
schreven, uitvoeren op een door ons
geautoriseerd servicepunt. Gebruik
uitsluitend originele onderdelen.
Controleer regelmatig of de messen
versleten zijn en laat ze regelmatig slij-
pen. Door stompe messen te gebrui-
ken, raakt de motor overbelast.
Draag altijd handschoenen bij werk-
zaamheden met of aan de messen.
Algemene onderhouds- en reini-
gingswerkzaamheden
Controleer het apparaat voor ieder gebruik
op duidelijk zichtbare gebreken zoals los-
se, beschadigde of versleten onderdelen.
Controleer of alle bouten in de mesbalk
stevig vastzitten.
Controleer de afdekkingen en veiligheids-
voorzieningen op beschadigingen en con-
troleer of zij juist zijn aangebracht. Vervang
deze eventueel.
Let op dat er geen afzettingen, bladeren
of smeermiddelen op de motor en geluids-
demper komen. Als deze veiligheidsin-
structie niet wordt opgevolgd, bestaat er
brand- en explosiegevaar.
Gebruik daarvoor een vochtige doek of
een borstel. Het apparaat mag niet worden
afgespoten met of gedrenkt in water.
Gebruik geen reinigings- c.q. oplosmiddel.
U kunt het apparaat daarmee onomkeer-
baar beschadigen. Chemische substanties
kunnen de kunststof onderdelen van het
apparaat aantasten.
Reinig de mesbalk na elk gebruik zorgvul-
dig. Wrijf de mesbalk in met een vette lap
of spuit hem in met een onderhoudsspray
voor metaal.
Luchtlter reinigen (afbeelding 5)
Gebruik het apparaat niet zonder
luchtlter. Anders komt er stof en
vuil in de motor en dat kan leiden
tot beschadigingen aan de machine.
Houd het luchtlter schoon.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Draai de schroef (14) op het deksel (15) van
het luchtlter los en verwijder het deksel.
3. Verwijder het luchtlter (22) uit het lterhuis.
4. Reinigen het lter met water en zeep.
Gebruik nooit benzine!
5. Laat het lter in de lucht drogen.
6. Plaats het lter weer in omgekeerde volgorde.
Vervang het lter als het versleten, be-
schadigd of sterk verontreinigd is.
22 15 14
afb. 5
Bougie vervangen/instellen
(afbeelding 6)
Versleten bougies of een te grote elek-
trodeafstand leiden tot verminderde
prestaties van de motor.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Trek de bougiekabel (5) van de bougie.
3. Draai de bougie (6) tegen de wijzers van de
klok in los met de bougiesleutel.
4. Controleer de elektrodeafstand met een
voelermaat (verkrijgbaar in de vakhandel).
De elektrodeafstand moet 0,6-0,7 mm