Bestnr. 10 08 87 Greisinger materiaalvochtmeter GMH 3830 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden.
Inhoudsopgave 1 Algemeen 4 2 Configuratie van de meter 6 3 Algemeen over nauwkeurige materiaalvochtmeting 7 4 Aanwijzingen voor de extra functies 11 5 Apparaatuitgang 12 6 Fouten- en systeemberichten 13 7 Toepassing voor de houtlijmbouw volgens DIN 1052-1 (MPA gecertificeerd) 14 8 Nauwkeurigheid controleren / justeerservies 14 9 Technische gegevens 15 Bijlage A: houtsoorten 16 Bijlage B: verdere materialen 21 2
1 Algemeen 1.1 Veiligheidsaanwijzingen Deze meter is volgens de veiligheidsbepalingen voor elektronische meetapparatuur opgebouwd en getest. Een correcte werking en de gebruiksveiligheid van het apparaat kunnen alleen gegarandeerd worden indien de gebruikers de algemene veiligheidsmaatregelen en de apparaatspecifieke veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in acht nemen. 1.
1.2 • Gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen: Gebruik met batterij Indien het symbool (uitroepteken in een driehoek) en de aanduiding "bAt" onderaan in het display verschijnt, is de batterij bijna leeg en moet vervangen worden. Voor korte tijd kan dan nog gemeten worden. Als er boven in het display "bAt" verschijnt, is de batterij volledig verbruikt. Tijdens opslag van de meter boven 50 °C moet de batterij uitgehaald worden.
1.4 Aansluitingen 1.5 Displayelementen 1. Apparaatuitgang: toepassing als interface: aansluiting voor galv. gescheiden interface- adapter (accessoires: GRS 3100, USB3100). Toepassing als analoge uitgang: aansluiting via geschikte analoge kabel. Let op: de desbetreffende bedrijfssoort moet geconfigureerd worden (zie 2.7) en beïnvloed de levensduur van de batterij! 2. Sensoraansluiting BNC 3. Temperatuurvoeler bus: thermo- element type K (NiCr-Ni) voor temperatuurcompensatie via externe voeler 4.
2 Configuratie van de meter Voor het configureren van de meter 2 seconden de toets Menu (toets 4) indrukken, hierdoor wordt de eerste menu- parameter opgeroepen. Door opnieuw op Menu te drukken springt u naar de volgende parameter. Voor het instellen van de parameters gebruikt u de toetsen (toets 2) of (toets 5). Met de toets Store/ (toets 6) verlaat u de configuratie en de veranderingen worden opgeslagen. 2.1 ’Sort’: Beperking van de materiaalkeuze off: Vrije materiaalkeuze via de toetsen 2 en 5 1...
2.11 ’dAC.1Volt’: Instelling stijging bij apparaatuitgang = analoge uitgang Invoer materiaalvocht bij welke de analoge uitgang 1V zal uitgeven, bijv. bij 100,0% Opmerking: als de toetsen "Mode" en "Store" tegelijkertijd langer dan 2 seconden ingedrukt worden, zal een reset (fabrieksinstelling) uitgevoerd worden. 3 Algemeen voor een nauwkeurige materiaalvochtmeting 3.1 Materiaalvocht u en watergehalte w Afhankelijk van de toepassing zal óf het materiaalvocht u benodigd worden of het watergehalte w.
3.3 Auto-Hold functie 3.4 Automatische temperatuurcompensatie (’Atc’) Vooral bij het meten van droog hout kunnen elektrostatische opladingen en dergelijke storingen de meetwaarde laten schommelen. Als de Auto-Hold functie via het menu geactiveerd is, bepaald de meter automatisch een nauwkeurige meetwaarde. Daarbij kan de meter uitgezet worden om storingen door opladingen door kleding enz. te voorkomen.
3.5 Meten in hout: meten met twee meetstiften Meestal wordt in hout met meetstiften gemeten. Toegepaste elektroden: slagelektrode GSE91 of GSG91, holle hamerelektrode GHE91. Voor het meten in hout de meetstiften schuin tot de nerf inslagen, zodat een goed contact tussen de stiften en het hout ontstaat (een meting langs de nerf geeft weinig verschil). Holle hamerelektrode GHE91 met temperatuurvoeler GTF38 Juiste houtsoort instellen (zie bijlage A: houtsoorten).
3.6 Meten van andere materialen 3.6.1 Harde materialen (beton en derg.): meting met borstelsonde (GBSL91 of GBSK91) Meting met borstelsonde GBSL91 Boor twee gaten van Ø6 mm (GBSK91) of Ø 8 mm (GBSL91) met een afstand van 8-10 cm in het te meten materiaal. Gebruik geen stompe boor: door de hitte die ontstaat verdampt vochtigheid, het meetresultaat wordt vervalst. Wacht 10 minuten, verwijder het stof uit de boorgaten. Breng geleidingspasta aan op de borstelsondes en steek deze in de gaten.
3.7 Meten van materialen voor welke geen karakteristieken opgeslagen zijn Indien omrekeningstabellen voor de universele materiaalgroepen .h.A., .h.b., .h.c. en .h.d. (overeenkomstig met bijvoorbeeld A,B,C en D van de GHH91) aanwezig zijn, kiest u de overeenkomstige groep.
5 Apparaatuitgang 5.1 Interface - instelling van het basisadres (’Adr.’) De uitgang kan als seriële interface (voor GRS3100 /-3105 interface-adapter) of als analoge uitgang (0-1V) gebruikt worden. Als er geen uitgang nodig is, bevelen wij aan om deze uit te schakelen, dit verlaagd het stroomverbruik. Met een galv. gescheiden interfaceomvormer GRS3100 of GRS3105 resp. USB3100 (accessoires) kan de meter op een RS232- of USB- poort aangesloten worden.
5.2 Analoge uitgang – skaleren met DAC.0 en DAC.1 Met DAC.0 en DAC.1 kan men de analoge uitgang heel eenvoudig skaleren. Zorg, dat de analoge uitgang niet te sterk belast wordt, anders kan de uitgangswaarde vervalst worden en het stroomverbruik van de meter overeenkomstig stijgt. Belastingen tot ca. 10 kOhm zijn zonder bezwaar. Komt de weergave boven de met DAC.1 ingestelde waarde, dan wordt 1V uitgegeven Komt de weergave onder de met DAC.0 ingestelde waarde, dan wordt 0V uitgegeven. Bij een fout (Err.
7 Toepassing in de hout- lijmbouw volgens DIN 1052-1 (MPA gecertificeerd) De meter met zijn karakteristiek h.
9 Technische gegevens Meting Kanaal1 Kanaal2 Meetprincipe Resistieve materiaalvochtmeting volgens DIN EN 13183-2: 2002 Temperatuurmeting thermo-element type K of interne temperatuurmeting Karakteristieken 466 verschillende houtsoorten 28 verschillende boommaterialen volgens DIN EN 60584-1: 1996, ITS90 Voeleraansluiting BNC bus thermo- spanningsvrije bus voor mini- stekker Meetbereik 0,0...100,0% materiaalvocht (afhankelijk van karakteristiek) overeenkomstig ca. 3kOhm ...
Bijlage A: houtsoorten De te meten houtsoort selecteren, nummer op de meter instellen.
Bijlage B: verdere materialen Het te meten materiaal selecteren, nummer op de meter instellen. Voorbeeld: beton = b. 6 Meten van bouwmaterialen: De nauwkeurigheid van de meting bij bouwstoffen is afhankelijk van de fabricage en de verwerking. De toegepaste toevoegingen kunnen per fabrikant verschillend zijn en daarom afwijkende meetresultaten geven. Het aangegeven meetbereik is het theoretisch meetbare bereik.
Schatting bij verdere materialen Volgende materialen kunnen met de meter goed geschat worden, er wordt echter niet de hoge nauwkeurigheid bereikt als bij de in bijlage A en B genoemde stoffen.