Operation Manual

keuze Lithium-type
Dit is het belangrijkste instelprogramma voor lithiumaccu’s. In dit keuzeprogramma wordt het accutype
ingesteld.
Deze instelling moet zorgvuldig ingesteld en gecontroleerd worden, omdat het laadapparaat uit deze instellingen
alle andere laadparameters afleidt.
De instelling van het accutype (LiPo /LiIo / LiFe = LiFePo4) beïnvloedt de afschakelspanning. Mocht een
Lithium-accu tegen uw verwachting in maar voor 2/3 worden opgeladen, dan heeft u hier misschien het
verkeerde accutype ingesteld.
Let op: wordt er hier een verkeerde waarde ingesteld, dan kan de accu daardoor onherstelbaar beschadigd
worden of zelfs exploderen!
aantal Lithium-cellen
Nadat het accupack aan het laadapparaat wordt aangesloten en u de START-toets ca. 2 sec. heeft ingedrukt, ziet
u de aanduiding met het aantal Lithium-cellen, dat bij 1 – 2 cellen geheel automatisch wordt herkend en
ingesteld.
Vanaf 2 cellen kan het eventueel nodig zijn, dat u het aantal cellen handmatig met de INC/DEC toetsen moet
instellen, omdat een automatische herkenning vanaf 3 cellen niet meer mogelijk is. Aan de rechter kant ziet u ter
controle de spanning van het aangesloten accupack. Door het nogmaals indrukken van de START-toets wordt
het laadproces gestart.
!let op! Stel in ieder geval het juiste aantal cellen in,
omdat anders de accu kan exploderen of in brand kan vliegen!
14. Pb – programma’s
Pb Pb
manueel- ontlaad-
programma programma
Het programma is alleen geschikt voor het laden en ontladen van lood-zwavelzuur- en lood-gel-accu’s met
precies 2, 6, 12 en 24V (1, 3, 6, 12 cellen).
Let op: loodaccu’s met andere nominale spanningen worden door het apparaat niet herkend en mogen niet
aangesloten worden.
Loodaccu’s gedragen zich heel anders dan de NiCd- of NiMH-accu’s. In relatie tot hun capaciteit kunnen
loodaccu’s, vergeleken met NiCd- of NiMH-accu’s, maar met relatief geringe stromen worden belast. Hetzelfde
geldt ook voor het laden, waarbij de fabrikanten meestal 14 tot 16 uur voor het bereiken van de nominale
capaciteit bij het opladen met de normale laadstroom aangeven. Als normale laadstroom wordt de laadstroom
aangeduid, die 1/10
e
van de nominale capaciteit bedraagt. Voorbeeld: capaciteit van de accu = 12 Ah -->
normale laadstroom = 1,2 A. De vol-herkenning van loodaccu’s vindt plaats, (anders dan bij de NiCd- of NiMH-
accu’s) door de hoogte van de accuspanning.
Let op: loodaccu’s kunnen niet snelgeladen worden! Kiest u daarom altijd de door de accufabrikant
opgegeven laadstromen. Bedenkt u ook, dat de nominale capaciteit (d.w.z. levensduur) van een Pb-accu heel
snel door foutief onderhoud (overladingen, veel 100% ontladingen en vooral diepontladingen) negatief beïnvloed
wordt. Ook heeft de hoogte van de laad-/ontlaadstroom gevolgen voor de bruikbare accucapaciteit. Hoe hoger de
stroom, des te geringer de bruikbare capaciteit is.
De in de gebruikersinstellingen ingestelde waarden voor laad-afschakelvertraging en veiligheidstimer hebben in
het Pb-programma geen effect.