Operation Manual
12. Display-aanduidingen
laadprogramma laadstroom laadtijd
accuspanning capaciteit
De tijdens de lading / ontlading belangrijke gegevens worden overzichtelijk op het twee-regelige vloeibare-
kristallendisplay weergegeven en zijn zichtbaar tot aan het losmaken van de te laden accu. Wordt de MODE-
toets ingedrukt en een volgende accu geladen, dan kunnen de eerder getoonde waarden niet meer opgeroepen
worden.
13. Controle-aanduidingen op het display
Het laadapparaat is voorzien van een groot aantal beschermings- en bewakingsfuncties ter controle van de
diverse functies en van de elektronica. Een overschrijding van bepaalde grenswaarden leidt in sommige gevallen
tot het stopzetten van het laadproces (b.v. bij overspanning, te hoge temperatuur of een leeg rakende autoaccu).
Deze oorzaken leiden tot een foutmelding op het display en het klinken van de zoemer.
gereedmelding
Is een laad/ontlaadprogramma afgewerkt, dan verschijnt er op het display afwisselend met de programma-
omschrijving de tekst END. Tegelijkertijd klinkt, afhankelijk van de geprogrammeerde instelling, de
ingebouwde zoemer.
automatische stroombegrenzing
Wordt er van het laadapparaat een hogere laadstroom vereist dan dat het apparaat kan opbrengen, dan verkleint
deze de laadstroom zelfstandig naar de maximaal mogelijke waarde. Ter controle verschijnt er op het display,
afgewisseld door de automatisch gereduceerde stroomwaarde, de tekst *CHG MAX*.
Oorzaken voor een automatisch verkleinen van de laadstroom kunnen zijn:
- Capaciteit van de spanningsomvormer is niet groot genoeg, om de ingestelde laadstroom te kunnen opbrengen.
- Bescherming tegen overbelasting wanneer de lader te warm wordt – reductie als bescherming tegen
overbelasting.
- Spanning van de autoaccu is niet voldoende om de ingestelde laadstroom te kunnen leveren.
De tekst *CHG MAX* verschijnt ook, wanneer de ingestelde laadstroom te hoog voor de aangesloten accu is en
automatisch verkleind wordt.