Operation Manual

6. laad- en ontlaadprogramma’s
De verschillende mogelijkheden van het laadapparaat zijn opgedeeld in 4 programma-groepen, die u in de
hieronder getoonde volgorde met de MODE-toets ( 2 sec. indrukken) kunt uitkiezen.
Ni-Cd-accu-programma’s: opladen, formeren, ontladen om de capaciteit of restcapaciteit te kunnen vaststellen of
om cellen te kunnen selecteren.
Ni-MH-accu-programma’s : opladen, formeren, ontladen om de capaciteit of restcapaciteit te kunnen vaststellen
of om cellen te kunnen selecteren.
LiPo / LiIo-accu-programma’s : opladen, ontladen om de capaciteit of restcapaciteit te kunnen vaststellen of om
cellen te kunnen selecteren.
Lood-accu-programma’s: opladen, ontladen om de capaciteit of restcapaciteit te kunnen vaststellen,
druppellading voor Stand By gebruik.
7. programmastructuur
NiCd NiCd NiCd NiCd NiCd
automatisch- manueel- ontlaad- formerings- delta-peak
programma programma programma programma aanspreekspanning
NiMH NiMH NiMH NiMH NiMH
automatisch- manueel ontlaad- formering- delta-peak
programma programma programma programma aanpreekspanning
Lithium Lithium Lithium
manueel- ontlaad- type-
programma programma selectie
Pb Pb
manueel- ontlaad-
programma programma
8. keuze van de laadprogrammagroep
NiCd NiMH Lithium Pb
automatisch automatisch manueel manueel
programma programma programma programma
De laad- en instelmogelijkheden van de ULTRAMAT 12 zijn overzichtelijk en logisch in vier
programmagroepen onderverdeeld. Voor de verschillende accutypen: NikkelCadmium-, Nikkel-Metaal-
Hydride-, LitiumIon/LithiumPolimeer en Pb (lood)-accu’s kunt u ieder over een eigen laadprogrammagroep
beschikken. Een verdere programmagroep is gewijd aan de individuele instelmogelijkheden van het
laadapparaat.
programmawissel:
Een wissel van de ene laadprogramma-groep naar de volgende is niet mogelijk, zolang het apparaat bezig is
met een laadproces.
Een wissel van de ene laadprogramma-groep naar de volgende vindt plaats met de toets MODE, die
gedurende ca. 2 seconden moet worden ingedrukt. Door een kort indrukken van de MODE toets kunt u binnen
de programma-groep wisselen.