Operation Manual

Om schade in het inwendige van de zender door oververhitting of warmteophoping te voorkomen, moet de
zenderaccu uit de accubehuizing worden gehaald.
De zender moet tijdens het hele laadproces op “OFF” (UIT) zijn gezet!
Nooit een radiobesturingszender, zolang deze met het laadapparaat is verbonden, aanzetten. Een ook slechts
korte onderbreking van het laadproces kan de laadspanning door het laadapparaat zover laten stijgen, dat de
zender door overspanning direct verwoest wordt.
Pas geen accu-ontladingen of accu-onderhoudsprogramma’s via de laadbus toe! De laadbus is voor deze
toepassingen niet geschikt.
Het laadapparaat kan de vereiste laad-/ontlaadstroom alleen dan instellen, wanneer daardoor de technische
mogelijkheden van het laadapparaat niet overschreden worden! Mocht er door het laadapparaat een laad-
/ontlaadstroom worden vereist, die het apparaat door technische oorzaken niet kan opbrengen, dan wordt de
waarde automatisch naar de maximaal mogelijke waarde verkleind. De feitelijk toegepaste laad-/ontlaadstroom
wordt aangeduid en op het display verschijnt afwisselend met de laadstroom de aanduiding “MAX”.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
Het opvolgen van de handleiding en de voorwaarden en methoden bij installatie, gebruik en onderhoud kunnen
door de Fa. GRAUPNER niet gecontroleerd worden. Daarom neemt de Fa.GRAUPNER geen
verantwoordelijkheid voor verliezen, schaden of kosten, die resulteren uit foutieve toepassing of gebruik, of
daarmee op welke manier dan ook samenhangen.
4. aanbevolen laadkabels / polariteiten
Verschillende eisen bij het toepassen en het gebruik van oplaadbare accu’s maken ook verschillende soorten
stekkerverbindingen nodig. Let u er op, dat aansluitingen, aanduidingen en polariteiten van andere fabrikanten
verschillend kunnen zijn. Gebruikt u daarom altijd alleen bij elkaar passende, originele stekkerverbindingen van
dezelfde bouwwijze.
Voor het opladen zijn de volgende laadkabels geschikt:
Japan G2 (AMP/G2,5) BEC JR JR-zender
Best.-Nr.3371 Best.-Nr.3011 Best.-Nr.3037 Best.-Nr.3021 Best.-Nr.3022
Gebruikt u alleen originele laadkabels met voldoende draaddoorsnede. Let er op, dat elke laadkabel van te voren
ingekort wordt naar een max. lengte van 30 cm.
5. bedieningselementen / bediening / laadstart
koelribben aansluitstekkers voor netvoeding
display
laadaansluiting bedieningstoetsen poolklemmen
“accu ” voor autoaccu
De bediening van het laadapparaat vindt plaats met maar 4 bedieningstoetsen. Afgezien van de - / DEC- en + /
INC-toets, waarmee de stroom- en spanningswaarden veranderd kunnen worden, hebben de bedieningstoetsen, al
naar gelang er aan de laadaansluiting een accu is aangesloten of niet, verschillende functies:
bedieningstoets functie
geen accu aangesl. PROGRAMMA/MODE selectie van de laadprogramma’s en ondergroepen
ENTER/START selectie van de (laad-) programma-groep
accu aangesl. PROGRAMMA/MODE beëindigen laadproces, onderbreken van zoemer
ENTER/START starten laadproces, wissel binnen de ondergroepen