Operation Manual
Bladzijde 45/65
(b.v. in serie).
B.v. wanneer twee 7-cellen accu’s in serie tot een 14-cellen accu
worden geschakeld. Deze modus laadt de accupacks apart, maar
wel tegelijkertijd.
Wanneer de capaciteit dezelfde is, kan ook b.v. een 7-cellen
accu, bestaande uit een 4-cellen accu aan de uitgang 1 en een 3-
cellen accu aan de uitgang 2 aangesloten en apart, maar wel
tegelijkertijd geladen worden.
Wanneer de laadprocedure in de CV-VERBONDEN modus
wordt gestart, dan wordt automatisch de accu aan de andere
uitgang ook getest en geladen.
De uitgang, waaraan het laadproces werd gestart is de ‘Master’-
uitgang en de andere de ‘Slave’-uitgang.
Alle parameters voor de ‘Slave’-uitgang worden automatisch
van de ‘Master’-uitgang overgenomen, alleen de hardware wordt
door de ‘Slave’- uitgang gebruikt.
Alleen de cellen-informatie (aantal cellen, celspanningen) van
de ‘Slave’-uitgang worden door de balancer-ingang van het
‘Slave’-kanaal gemeten.
Nadat de CV-verbonden lading is beëindigd, worden de
laadgegevens van de ‘Master’-uitgang in het ‘Master’-
datageheugen opgeslagen, omdat van de andere uitgang alleen
de hardware wordt gebruikt. De data van de ‘Slave’-uitgang
worden dus niet opgeslagen.
11-2. ONTLADEN START
-ONTLAADPROCES
a. AUTOMATISCH
Het laadapparaat berekent de ontlaadstroom en het aantal cellen
automatisch.
Het laadapparaat berekent de inwendige weerstand van de accu
regelmatig.
ONTLAADSPANNING:
NiCd= 0,9V/cel
NiMH=1,0V/cel
LiIo/LiPo=3,0V/cel
LiFe=2,5V/cel
Pb=1,8V/cel
De uiteindelijke ontlaadspanning van het accupack wordt
met de hierboven genoemde waarden berekend.