Operation Manual

Bladzijde 38/65
- Stel de SPANNING en de LOOPTIJD in.
- SPANNINGSBEREIK: 0,1~24V
Overtuigt u zich ervan, dat voor gelijkstroommotoren een spanning van
12V niet overschreden wordt!
Het bereik van 12~24V is alleen voor de aansluiting van een
gelijkstroomventilator.
Voor wedstrijdmotoren raden we aan om een weerstand van 1Ohm en
20W in serie te schakelen, om de max. motorstroom te begrenzen.
De motorfunctie mag alleen worden toegepast, wanneer de andere
uitgang niet in gebruik is!
Stel alleen de aanbevolen bedrijfsspanning van de motor in, b.v. max.
7,2V voor een 7,2V motor. Stel nooit een hogere spanning in dan die
voor de motor wordt geadviseerd.
Hogere spanningen kunnen de motor en de lader verwoesten.
Sluit nooit een borstelloze motor aan!
9-2. Programma modus
- Stel de motorspanning in. (Voor het inlopen worden spanningen onder 6V
geadviseerd.)
- 4 trappen kunnen worden gekozen. Er kunnen spanningen, looptijden en
pauzetijden voor elke trap worden gekozen.
- AANLOOP beschrijft de aanloopsnelheid, hoe snel de ingestelde spanning
naar de volgende trap omhoog wordt geregeld.
- De AANLOOP kan van 1~5 worden ingesteld, 1 is de langzaamste en 5 de
snelste aanloop. Langzame aanlooptijden worden voor DC-motoren aanbevolen (1).
- Het CYCLUSAANTAL kan voor de stappen 1~4 van 1~10 stappen worden gekozen.
9-3 MOTOR test
- De motor wordt met 4,8V of 7,2V getest.
De gemiddelde stroom Agem en de piekstroom Apk wordt in elke stap aangegeven.
- De volgende stappen worden doorlopen (voor de 4,8V test worden alleen de
stappen 1-4 doorlopen)
1.) - 1,2V
2.) – 2,4V
3.) – 3,6V
4.) – 4,8V
5.) – 6,0V
6.) – 7,2V