Operation Manual
Bladzijde 10/65
• Aanwijzing: opgebruikte accu’s horen bij het Klein Chemisch Afval en mogen niet in de vuilnisbak
terechtkomen. In de detailhandel, waar u de accu’s heeft gekocht, staan tonnen voor de
accurecycling klaar. De detailhandel is verplicht om oude accu’s terug te nemen.
Delta-Peak afschakeling voor NiCd-/NiMH-accu’s:
De laad-afschakelautomaat (accu-vol-herkenning) werkt volgens
het miljoenen maal beproefde Delta-Peak-principe (ook bekend
als Delta-U- of Delta-V-principe). Dit proces benut het
spanningsmaximum van de laadcurve, dat vrij nauwkeurig
aangeeft of de accu maximaal volgeladen is.
Celspanning / laadtijd
CC-CV-laadprocedure voor liPo/LiIo/LiMn/LiFe-accu’s:
De laadprogramma’s zijn alleen voor het laden en ontladen van LiFePo4 (LiFe) -accu’s met een
celspanning van 3,3V/cel, Lithium-Ion-accu’s met een celspanning van 3,6V/cel, Lithium-Polymeer en
Lithium-Mangaan-accu’s met een celspanning van 3,7V /cel geschikt.
Lithium-accu’s zijn bekend vanwege hun, in vergelijking met andere accutypen, wezenlijk hogere
capaciteit. Dit belangrijke voordeel maakt echter andere behandelingsmethoden met betrekking tot de
lading / ontlading nodig, om ze zonder risico’s te kunnen gebruiken. De hieronder beschreven
voorschriften moeten in ieder geval opgevolgd worden. Verdere voorschriften en
veiligheidsaanwijzingen kunt u vinden in de gegevens van de accufabrikant.
In principe kunnen accu’s op Lithiumbasis ALLEEN met speciale
laadapparaten geladen worden, die ingesteld zijn op het
desbetreffende accutype (laadspanning, capaciteit). Het opladen
vindt, anders dan bij NiCd of NiMH-accu’s, plaats door een zgn.
constante-stroom/constante-spanning-methode.
Stroom / spanning / laadtijd
De voor de lading nodige laadstroom resulteert uit de accucapaciteit en wordt door het laadapparaat
automatisch ingesteld. Lithiumaccu’s worden gewoonlijk met 1C laadstroom geladen (1C laadstroom
= capaciteits-laadstroom. Voorbeeld: bij een capaciteit van b.v.: 1500 mAh is de overeenkomstige 1C
laadstroom = 1500 mA = 1,5A).
Omdat sommige typen cellen ook 2C of 4C toestaan, moet op het laadapparaat de laadstroom en de
capaciteit van de accu worden ingesteld. Wordt de bij het desbetreffende accutype horende,
specifieke laad-eindspanning bereikt, dan wordt de laadstroom automatisch gereduceerd, om een
overschrijden van deze laad-eindspanning te voorkomen. Geeft de accufabrikant een kleinere dan de
1C laadstroom op, dan moet ook de capaciteits-laadstroom overeenkomstig verkleind worden.
Voor een optimale lading en een langere levensduur en een grotere veiligheid bij het laden adviseren
wij dringend om de balancerstekker bij het laden en ontladen aan de ULTRA DUP PLUS 50 aan te
sluiten.