User manual

99
Programmabeschrijving: vleugelmix - vliegtuigmodel
den en andersom bij hoogteroer naar beneden (down)
de welfkleppen naar boven – dus tegengesteld – uitslaan.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen  van de linker
vier-weg-toets (CLEAR) zet een veranderde waarde
terug naar 0 %.
Het instelbereik bedraagt ±150 %. Bij deze mixer liggen
de “normale” waarden rond enkele tientallen procenten.
HO RO (hoogteroer rolroer)
Met deze mixer kunt u het hoogteroereffect, net als bij
de voorgaande mixer, ondersteunen.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen  van de linker
vier-weg-toets (CLEAR) zet een veranderde waarde
terug naar 0 %.
Het instelbereik bedraagt ±150 %. Ook bij deze mixer
liggen de “normale” waarden rond enkele tientallen
procenten.
WK HO (welfklep hoogteroer)
Bij het zetten van welfkleppen, of dit nu via “Fasentrim”
of via een aan de ingang “i6“ toegewezen stuurelement
plaatsvindt, kunnen als neveneffect momentbewegingen
om de dwars-as ontstaan. Het kan echter ook gewenst
zijn, dat bv. het model na een licht omhoog zetten van
de welfkleppen ook iets meer snelheid moet gaan
maken. Met deze mixer kunt u beide dingen bereiken.
Via deze mixer wordt bij het uitdraaien van de kleppen-
afhankelijk van de ingestelde waarde automatisch de
positie van het hoogteroer gecorrigeerd.
Het instelbereik bedraagt ±150 %. Bij deze mixer liggen
de “normale” waarden enkele tientallen procenten.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen  van de linker
vier-weg-toets (CLEAR) zet een veranderde waarde
terug naar 0 %.
WK RO (welfklep rolroer)
Om een gelijkmatig verdeelde lift over de hele span-
wijdte te krijgen, wordt met deze mixer een instelbaar
percentage van de welfkleppensturing naar de rol-
roerkanalen 2 en 5 overgedragen. Daardoor bewegen
de rolroeren zich bij een uitslag van de welfkleppen
in dezelfde richting als de welfkleppen, maar normaal
gesproken met een kleinere uitslag.
Het instelbereik bedraagt ±150 %. Bij deze mixer liggen
de “normale” waarden rond ongeveer 50 %.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen  van de linker
vier-weg-toets (CLEAR) zet een veranderde waarde
terug naar 0 %.
Aanwijzing:
Belassen Sie den Wert dieses Mischers auf
0 %, wenn Sie im Menü »Gebereinstellung«
sowohl dem Eingang 5 wie auch Eingang 6
einen Geber zur Regelung der Wölbklappenpositionen
zuweisen. Siehe dazu auch die Anmerkungen auf Seite
94.
Diff.-red. (differentiatie-reductie)
Al eerder werd de problematiek bij de Butterfly-configu-
ratie beschreven, namelijk dat bij het toepassen van de
rolroerdifferentiatie het effect van de rolroeren door het
extreme omhoog zetten van de rolroeren sterk wordt
verkleind, omdat aan de ene kant een verdere uitslag
van het ene rolroer naar boven (bijna) niet meer mo-
gelijk is en aan de andere kant de uitslag van het naar
beneden uitslaande rolroer door de ingestelde differen-
tiatie meer of meer “verhinderd” is. Daardoor is echter
de werking van de rolroeren merkbaar kleiner dan bij de
normale positie van de roeren.
Om het verlies aan rolroersturing zoveel mogelijk tegen
te gaan, moet u in ieder geval gebruik maken van de
“differentiatie-reductie”. Deze reduceert bij het uitdraaien
van het remsysteem de hoeveelheid rolroerdifferentiatie
continu en in een instelbare hoeveelheid resp. heft deze,
afhankelijk van de instelling, zelfs op.
Een waarde van 0 % betekent, dat de via de zender
geprogrammeerde “rolroerdifferentiatie” blijft bestaan.
Een waarde die gelijk is aan de %-waarde van de
rolroerdifferentiatie betekent, dat deze bij een maximale
Butterfly-functie, d.w.z. volledig uitgedraaide kleppen,
volledig opgeheven is. Bij een reductiewaarde groter dan