User manual

92
Programmabeschrijving: zenderinstelling
(asfalt, kort gras of aarde) dat de ontvangerantennes
minimaal 15 cm boven de aarde liggen. Het is daarom
eventueel nodig om het model tijdens de test te on-
dersteunen.
4. Hou de zender op heuphoogte en met enige afstand
van het lichaam. Richt met de antenne niet direct op
het model, maar draai en/of knik de punt van de an-
tenne zó, dat deze tijdens het sturen verticaal staat.
5. Wissel eventueel met de pijltoetsen  van de lin-
ker vier-weg-toets naar de regel “Test reikw. en start
de reikwijdte-testmodus door een indrukken van de
ENT-toets () van de rechter vier-weg-toets:
1
10:01
99s
O08
S1
Stuurtoewijz.
Klokken
Ontv. uitgang
Geb. ontv.
Test reikw.
Door het starten van de reikwijdtetest wordt het uit-
gangsvermogen van de zender sterk gereduceerd
en begint de blauwe LED bij de antennevoet te knip-
peren. Tegelijkertijd begint de tijdsaanduiding op het
zenderdisplay terug te tellen, en klinkt er om de 5 se-
conden een tweetonig waarschuwingssignaal.
Vanaf 5 seconden voor het einde van de reikwijd-
tetest klinkt er elke seconde een 3-voudig signaal.
Na afloop van de 99 seconden durende reikwijdte-
test schakelt de zender weer naar vol vermogen en
brandt de blauwe LED constant.
6. Loop ondertussen van het model weg en beweeg te-
gelijkertijd de stuurknuppels. Wanneer u binnen een
afstand van ca. 50 m op een moment een onderbre-
king van de verbinding constateert moet u proberen
om deze te reproduceren.
7. Schakel de eventueel aanwezige motor in, om te tes-
ten of deze niet stoort.
8. Loop nog verder van het model weg, totdat u geen
perfecte controle over het model meer heeft.
9. Wacht op deze plek op de afloop van de reikwijdtetest
met het ingeschakelde model. Deze moet weer op de
stuurcommando’s reageren zodra de reikwijdtetest is
afgelopen. Wanneer dit niet voor 100 % het geval is
moet u het systeem niet gebruiken en contact opne-
men met de servicedienst van Graupner|SJ GmbH.
10. Voer de reikwijdtetest vóór elke vlucht uit en simuleer
daarbij de servobewegingen die tijdens het vliegen
kunnen voorkomen. De reikwijdte moet daarbij altijd
minimaal 50 m op de grond bedragen, om een veilig
vliegen te garanderen.
LET OP:
Tijdens het normale gebruik in geen geval
de reikwijdtetest op de zender starten!
HF-module
In deze regel van het menu kunt u voor de periode dat
de zender ingeschakeld is de HF-afstraling per model
met de hand uit- en eventueel weer aanzetten. Bijvoor-
beeld om tijdens de demonstratie van een modelpro-
grammering stroom te sparen.
Bij het volgende inschakelen van de
zender wordt een eventuele instelling
“UIT” echter weer opgeheven!
Wissel met de pijltoetsen  van de linker vier-weg-
toets naar de regel “HF-module” en activeer deze door
een indrukken van de ENT-toets () van de rechter
vier-weg-toets:
10:01
99s
O08
HF–Modul AAN
S1 Stuurtoewijz.
Klokken
Ontv. uitgang
Geb. ontv.
Nu kunt u met de rechter pijltoetsen kiezen tussen UIT
en AAN. Door de ENT-toets () van de rechter vier-
weg-toets opnieuw in te drukken sluit u de invoer weer
af.