User manual

76
Programmabeschrijving: instelling stuurelement - vliegtuigmodel
Instelling stuurelement
Bedieningsprincipes van de stuurelement- en schakelaar-toewijzing
Kies met de keuzetoetsen van de linker vier-weg-toets
het menu »Servo inst.« uit …
Mod.
geh.
D/R
Expo
Zend.
inst.
Vrije
mixer
Vleug.
mixer
M-Typ
Fase
Servo
inst.
Inst.
stuur.
… en druk dan op de ENT-toets () van de rechter
vier-weg-toets:
I5
I6
+
Weg
+100%
+100%
+100%
+100%
vrij
vrij
Naast de 2 kruisknuppels voor de stuurfuncties 1 tot 4
is de zender mz-12 HoTT ook nog standaard voorzien
van andere bedieningselementen. Dit zijn:
een proportionele draaiknop: In het menu wordt deze
“DK” genoemd.
twee 3-standen-schakelaars: SW 4/5 en SW 6/7.
twee 2-standen-schakelaar: SW 1 en 3. In het menu
aangegeven met “1” resp. “3” en voorzien van een
schakelaarsymbool, dat tevens de schakelrichting
aangeeft.
een toetsschakelaars: SW 2. Op dezelfde manier als
het hiervoor beschrevene aangeduid met “2” en voor-
zien van een schakelaarsymbool met schakelrichting.
De beide kruisknuppels hebben, wanneer een nieuw
modelgeheugen met het modeltype “vleugelmodel”
werd gekozen, direct effect op de reeds aan de ontvan-
geruitgangen 1 … 4 aangesloten servo’s. De andere
hierboven genoemde “verdere” bedieningselementen
zijn echter in principe standaard inactief.
Daaruit resulteert, dat bij levering van de besturing zo-
als al vermeld op bladzijde 22 en ook na het initi-
aliseren van een nieuw modelgeheugen met het type
“vliegtuigmodel” en de “binding” ervan, alleen de aan de
ontvangeruitgangen 1 … 4 aangesloten servo’s via de
beide stuurknuppels bewogen kunnen worden, maar de
aan de uitgangen 5 tot 8 aangesloten servo’s daarente-
gen steeds in hun middenpositie blijven staan.
Ook wanneer dit op het eerste gezicht niet comfortabel
lijkt …, is alleen op deze manier gegarandeerd, dat u
enerzijds volledig vrij de “verdere” bedieningselementen
kunt uitkiezen en u anderzijds het “wegprogrammeren”
van niet benodigde bedieningselementen bespaard blijft,
want:
Een niet benodigd bedieningselement
heeft ook bij een foutieve bediening
alleen dan geen invloed op uw model,
wanneer het inactief, dus niet aan een functie toege-
kend is.
Geheel volgens uw behoeften kunnen “verdere” bedie-
ningselementen nu in dit menu »Instelling stuurele-
ment« geheel naar vrije keuze aan iedere willekeurige
functie-ingang, zie bladzijde 44, worden toegewezen.
Dit wil echter ook zeggen, dat aan elk van deze bedie-
ningselementen naar behoefte ook gelijktijdig meerdere
functie-ingangen kunnen worden toegewezen. Zo kan
bijvoorbeeld aan dezelfde schakelaar SW X, die u in dit
menu aan een ingang toewijst, tegelijkertijd in het menu
»Zender instelling« voor de “klokken” als aan-/uit-scha-
kelaar dienen enz …
Belangrijk:
In tegenstelling tot de instelling van de
servo-uitslag heeft de instelling van de
stuuruitslag echter ook effect op alle daarvan
afgeleide mix- en koppelfuncties, d.w.z. uiteindelijk op
alle servo’s, die via het bijbehorende stuurelement
kunnen worden bediend.
Principes van de bediening
1. Met de pijltoetsen  van de linker vier-weg-toets
de betreffende ingang 5 of 6 uitkiezen.
2. Met de pijltoetsen  van de linker of rechter vier-
weg-toets eventueel naar de gewenste kolom gaan.
3. De ENT-toets () van de rechter vier-weg-toets in-
drukken. Het te veranderen invoerveld wordt invers
afgebeeld.
4. Gewenst bedieningselement bedienen resp. met de
pijltoetsen van de linker vier-weg-toets de gewenste
waarde instellen.
5. De ESC-toets () of de ENT-toets () van de rech-
ter vier-weg-toets indrukken om de invoer te beëin-
digen.
6. Gelijktijdig indrukken van de toetsen  van de lin-
ker vier-weg-toets (CLEAR) zet eventueel gewijzigde
waarden weer terug naar de standaardwaarden.
Kolom 2 “Stuurelement- en schakelaartoewijzing”
Selecteer met de pijltoetsen  van de linker vier-
weg-toets één van de ingangen 5 of 6. Door een indruk-
ken van de centrale ENT-toets () van de rechter vier-
weg-toets activeert u de mogelijkheid van toewijzing: