User manual

74
Programmabeschrijving: servo-instelling
ter vier-weg-toets (CLEAR) zet de draairichting terug
naar “=>”.
omgekeerd
normaal
Draairichting
Beweging stuurelement
Kolom 3 “Midden”
De middenverstelling van de servo-uitslag is bedoeld
om servo’s aan te passen, die niet overeenkomen met
de standaard (middenpositie van de servo bij 1,5 ms)
alsmede voor geringe correcties, bv. bij het instellen van
de neutraalpositie van roeren aan het model. Onafhan-
kelijk van de trimhevels en eventuele instellingen van
mixers kan de neutrale positie in een bereik van -125 tot
+125 % binnen de servo-uitslag van maximaal ±150 %
worden verschoven. De instelling heeft direct betrekking
op de bijbehorende servo, onafhankelijk van alle andere
trim- en mixerinstellingen.
Let er wel op, dat er bij een
extreme verstelling van de
middenpositie er eenzijdig
beperkte uitslagen gaan
ontstaan, omdat zowel
elektronisch als mecha-
nisch de totale uitslag
beperkt is tot ±150 %.
Gelijktijdig indrukken
van de toetsen  van
weg-toets de gewenste kolom selecteren.
3. De ENT-toets () van de rechter vier-weg-toets in-
drukken. Het bijbehorende invoerveld wordt invers af-
gebeeld.
4. Met de pijltoetsen van de linker vier-weg-toets de ge-
wenste waarde instellen. Eventueel het bijbehorende
stuurelement uit de middenpositie bewegen om een
asymmetrische instelling te kunnen doen.
5. De ENT-toets () van de rechter vier-weg-toets in-
drukken om invoer te beëindigen.
6. Gelijktijdig indrukken van de toetsen  van de lin-
ker vier-weg-toets (CLEAR) zet de eventueel gewij-
zigde instellingen weer terug naar de standaardwaar-
de.
Belangrijk:
De cijfers van de servo-aanduidingen
hebben betrekking op de, aan de overeen-
komstige ontvangeruitgangen aangesloten
servo’s, zolang er geen verwisseling van de ontvanger-
uitgangen heeft plaatsgevonden. Daarom beïnvloedt een
verandering van de stuurknuppeltoewijzing ook de
nummering van de servo’s niet.
Kolom 2 “Omk”
De draairichting van de servo wordt aan de eisen van
het model aangepast, zodat u bij de montage van de
stuurstangen en aansturingen geen rekening hoeft te
houden met de draairichting van de servo’s.
De draairichting wordt gesymboliseerd door de tekens
“=>” en “<=”. De draairichting van de servo’s moet vóór
het instellen van de navolgende functies worden vast-
gelegd!
Gelijktijdig indrukken van de toetsen  van de rech-
Kies met de keuzetoetsen van de linker vier-weg-toets
het menu »Servo inst.« uit …
Mod.
geh.
D/R
Expo
Zend.
inst.
Vrije
mixer
Inst.
stuur.
Vleug.
mixer
M-Typ
Fase
Servo
inst.
Mod.
geh.
D/R
Expo
Zend.
inst.
Vrije
mixer
Inst.
stuur.
Heli
mixer
M-Typ
Fase
Servo
inst.
… en druk dan op de ENT-toets () van de rechter
vier-weg-toets:
S1
S2
S3
Midd
+
Weg
0%
0%
0%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
0%
0%
100%
100%
100%
100%
S4
S5
Omk
In dit menu worden parameters, die uitsluitend de indi-
vidueel aangesloten servo betreffen, ingesteld en wel
de draairichting, de middenpositie en de servo-uitslag.
Begin met de instelling van de servo’s altijd in de kolom
“Omk.”!
Principes van de bediening:
1. Met de pijltoetsen  van de linker vier-weg-toets
de gewenste servo S1 … 6 uitkiezen.
2. Eventueel met de pijltoetsen  van de linker vier-
Servo-instelling
Servodraairichting, -midden, -uitslag
s
e
r
v
o
-
u
i
t
s
l
a
g
-
1
2
5
%
m
i
d
d
e
n
v
e
r
s
t
e
l
l
i
n
g
+
1
2
5
%