User manual

72
Programmabeschrijving: model- en faseninstelling - helikoptermodel
Is er maar één schakelaar gesloten, dan is die vlieg-
fase actief, die aan de actueel gesloten schakelaar
werd toegewezen.
De “autorotatiefase” heeft, onafhankelijk van het
bovenstaande, ALTIJD voorrang op de andere
vliegfasen.
Eventueel moet daarom de toewijzing van de vlieg-
fase 2 met de naam “hover” aan de eigen prioriteiten
worden aangepast, zie hieronder.
Aan de servokant vindt de omschakeling niet “hard”
plaats, maar met een standaard omschakeltijd van
ca. 1 seconde. Naar de autorotatiefase wordt ook
altijd ZONDER VERTRAGING omgeschakeld.
Programmering
Na keuze van “fase 2” met de pijltoetsen  van de
linker vier-weg-toets is het veld “Naam” van de desbe-
treffende vliegfase al omkaderd.
Wanneer u de naam van de fase niet passend vindt,
drukt u de ENT-toets () van de rechter vier-weg-toets
in. De actuele instelling wordt invers weergegeven:
Fase 2
–––
Hover
Kies nu met de pijltoetsen van de linker vier-weg-toets
uit de lijst met beschikbare namen een passende naam.
Door indrukken van de ENT-toets () beëindigt u de
invoer weer.
Wissel nu met de toets van de linker vier-weg-toets
naar de kolom rechtsonder met het schakelaarsymbool
en druk de ENT-toets () in. Wijs nu, zoals beschreven
op bladzijde 46 beschreven in het onderdeel “Toe-
wijzing van stuurelementen, schakelaars en stuurele-
ment-schakelaars”, een schakelaar toe.
Meer over de betekenis van vliegfasen en de program-
mering ervan vindt u vanaf bladzijde 102, in het onder-
deel “Vliegfasen-afhankelijke instelling van pitch, gas en
hekrotor”.