User manual
68
Programmabeschrijving: model- en faseninstelling - helikoptermodel
Modeltype- en faseninstelling
Modelspecifieke basisinstellingen voor helikoptermodellen
Voordat met de programmering van vliegspecifieke
parameters wordt begonnen, moeten er enkele basisin-
stellingen worden doorgevoerd, die alleen gelden voor
het juist actieve modelgeheugen.
Kies het menu »M-type (+) Fase« met de pijltoetsen
van de linker vier-weg-toets …
Mod.
geh.
D/R
Expo
Zend.
inst.
Vrije
mixer
Inst.
stuur.
Servo
inst.
Heli
mixer
M-Typ
fase
… en druk daarna op de ENT-toets () van de rechter
vier-weg-toets:
Modeltype
Faseninstelling
=>
=>
Door weer op de ENT-toets () van de rechter vier-
weg-toets te drukken opent u het ondermenu “Modelty-
pe”:
Ondermenu „Modeltype“
Tuimelschijftype
Rotor draair.
Tuimelsch.
rechts
1 servo
–––
M-stop +150%–100%
Pitch min achter
Autorotatie
–––
Afhankelijk van het aantal servo’s voor de pitch-aan-
sturing is er voor de bediening van de tuimelschijf een
bijbehorende programmavariant nodig.
De keuze van het desbetreffende “helikoptertype” wordt
intussen ook bepaald door de soort aansturing van de
tuimelschijfservo’s: van Flybarless-systemen voorziene
helikoptermodellen bijvoorbeeld hebben in de regel
geen tuimelschijfmixers in de zender nodig, zodat bij het
gebruik van zo’n systeem – geheel onafhankelijk van het
aantal gebruite tuimelschijfservo’s – als tuimelschijftype
hier normaal gesproeken “1” moet worden gekozen. Let
in dit geval altijd op de handleiding bij uw Flybarless
systeem, omdat u anders het risico loopt dat uw
model misschien onbestuurbaar wordt.
Na de keuze van de regel “Tuimelsch.” (tuimelschijf) met
de pijltoetsen van de linker vier-weg-toets is het
invoerveld omkaderd. Druk de ENT-toets in. Het actuele
aantal pitch-servo’s is nu invers te zien:
Rotor draair.
Tuimelsch.
rechts
–––
M-stop +150%–100%
Pitch min achter
Autorotatie
–––
1 servo
Leg nu met de keuzetoetsen van de linker vier-weg-
toets de benodigde variant vast:
• „1 servo“
U heeft een Flybarless-systeem of de tuimelschijf
wordt via één roll- en één nickservo bewogen. De pit-
chsturing vindt plaats via één aparte servo.
(Het menupunt »TS-mixers«, bladzijde 123, wordt
in de multifunctie-lijst onzichtbaar gemaakt omdat bij
helikoptermodellen, die maar 1 pitchservo hebben,
de in totaal drie tuimelschijfservo’s voor pitch, nick en
roll ZONDER mixers vanuit de zender worden aange-
stuurd; dit geldt ook voor Flybarless-systemen.)
• „2 servo“
De tuimelschijf wordt voor de pitchsturing axiaal ver-
schoven door twee rollservo’s; de nicksturing wordt
door een mechanische compensatiewip ontkoppeld.
• „3sv (2roll)“
Symmetrische driepuntsaansturing van de tuimel-
schijf via 3 over telkens 120 ° verdeelde aanstuurpun-
ten, waaraan één nickservo (vooraan of achteraan)
en twee rollservo’s (zijdelings links en rechts) verbon-
den zijn. Voor de pitchsturing verschuiven alle drie de
servo’s de tuimelschijf axiaal.
• „3sv (140)“
Asymmetrische driepuntsaansturing van de tuimel-
schijf via 3 aanstuurpunten, waaraan één nickservo
(vooraan of achteraan) en twee rollservo’s (zijdelings
links en rechts) verbonden zijn. Voor de pitchsturing
verschuiven alle drie de servo’s de tuimelschijf axiaal.
• „3sv (2nick)“
Symmetrische driepuntsaansturing zoals hierboven,
alleen om 90 ° verdraaid, d.w.z. één rollservo aan de
zijkant en twee nickservo’s vooraan en achteraan.