User manual
66
Programmabeschrijving: model- en faseninstelling - vliegtuigmodel
Ondermenu „Fasentrim“
Na keuze van de regel “Fasentrim” met de selectietoet-
sen van de linker vier-weg-toets …
Modeltype
Faseninstelling
Fasentrimming
=>
=>
=>
… opent u het ondermenu “Fasentrim” door de ENT-
toets () van de rechter vier-weg-toets in te drukken.
Zolang u in het hiervoor beschreven ondermenu “Fasen-
instelling” aan geen van de fasen 2 of 3 een schakelaar
heeft toegewezen, bevindt u zich nog automatisch in de
vliegfase 1 «normaal».
Zowel het nummer als mede de naam van deze vliegfa-
se is vast ingesteld als «normaal» en kan niet veranderd
worden, zodat ook in het ondermenu “Faseninstelling”
de fase «normaal» niet als fase 1 wordt aangeduid,
maar verborgen blijft:
Fase 2
Fase 3
Start
Speed
–––
–––
Wanneer u met deze basisinstelling wisselt naar het hier
besproken ondermenu “Fasentrim” dan vindt u in het
display alleen de regel «normaal», waarvan de ingestel-
de waarde van 0 % normaal gesproken niet veranderd
hoeft te worden.
Door indrukken van de ENT-toets () beëindigt u de
invoer weer.
Wissel nu met de toets van de linker vier-weg-toets
naar de kolom rechtsonder met het schakelaarsym-
bool
en druk weer de ENT-toets () in. Wijs nu,
zoals beschreven op bladzijde 46 in het onderdeel
“Toewijzing van stuurelementen, schakelaars en stuu-
relelent-schakelaars”, aan de desbetreffende fase een
schakelaar toe. Het beste is hier om, uitgaande van de
middenpositie, de drie-standen-schakelaars SW 4/5 te
nemen:
Fase 2
Fase 3
Start
Speed 4
5
Deze namen verschijnen dan telkens in het basisdisplay
van de zender …
M-01
0:02h
Stop
vli.
0:00
0:00
5.2V
NR
«normaal »
… en in het hierna beschreven ondermenu “Fasentrim”.
FASENTRIMMING
normaa
0%
0%
0%
RO HOWK
Aanwijzing:
Afhankelijk van de in de regel “rolr./welfkl.”
van het ondermenu “Modeltype”, bladzijde
64, gedane instellingen beschikt u in dit
menu over minimaal HO(ogteroer) en maximaal over
HO(ogteroer), RO(lroer) en WK (welfkleppen) voor
fasenspecifieke triminstellingen.
Wilt u van “0” afwijkende waarden aanbrengen, bv. om
in de thermiek langzamer resp. bij een glijvlucht sneller
te kunnen vliegen, ZONDER telkens de basis-instelling
te hoeven veranderen, dan moet u in het hierboven
beschreven ondermenu “Faseninstelling” “fase 2” en
eventueel “fase 3” activeren.
Wissel dus eventueel met de ESC-toets () van de
rechter vier-weg-toets terug naar het keuzemenu; wissel
hier met een indrukken van de van de linker vier-
weg-toets naar de regel “Faseninstelling” en door een
druk op de ENT-toets () naar het ondermenu “Fasen-
instelling”. Hierin wijst u, zoals beschreven op de vorige
bladzijde, aan de gewenste fase(n) een schakelaar toe.
Zou u daarvoor de drie-weg-schakelaar SW 4/5 hebben
gekozen, dan wijst u deze schakelaar telkens vanuit de
middenstand, vanuit de «normaal»-fase dus, aan de
“fase 2” en aan de “fase 3” toe. Eeventueel kunt u aan
de beide fasen ook een andere naam toewijzen.