User manual
44
Begripsdefinities
Begripsdefinities
stuurfunctie, stuurelement, functie-ingang, stuurkanaal, mixer, schakelaar, stuurelement-schakelaar
Om u de omgang met het mz-12 HoTT-handboek te
vergemakkelijken vindt u op de volgende bladzijden een
aantal definities van begrippen, die in de tekst telkens
weer gebruikt worden.
Stuurfunctie
Onder “stuurfunctie” verstaat men – eerst maar onafhan-
kelijk van het signaalverloop in de zender – het voor een
bepaalde stuurfunctie opgewekte signaal. Bij vliegtuigen
zijn dit bv. gas, richtingsroer of rolroer, bij helikopters bv.
pitch, rollen of nicken. Het signaal van een stuurfunctie
kan direct naar één resp. via een mixer naar meerdere
stuurkanalen worden geleid. Een typisch voorbeeld voor
het laatstgenoemde zijn aparte rolroerservo’s of het
toepassen van twee roll- of nickservo’s bij helikopters.
De stuurfunctie veroorzaakt een directe relatie tussen
de uitslag van een bepaald stuurelement en de bijbeho-
rende servo.
Stuurelement
Onder “stuurelement” verstaan we de direct door de pi-
loot bediende besturingselementen, waarmee de aan de
ontvanger aangesloten servo’s, regelaars etc. bestuurd
kunnen worden. Daartoe behoren:
• de beide kruisknuppels voor de stuurfuncties 1 tot 4,
waarbij deze vier functies voor de beide modeltypen
(“vleugel”en “heli”) via de “Mode”-instelling software-
matig willekeurig verwisseld kunnen worden, bv. gas
links of rechts. De kruisknuppelfunctie voor de gas-/
remkleppenfunctie wordt vaak met K1-stuurelement
(kanaal 1) aangeduid.
• De proportionele draaiknop “DK”
• De schakelaars SW 1 … 7, in zoverre die in het
menu »Instelling stuurelement«, bladzijde 76
resp. 78 aan een stuurkanaal werden toegewezen.
Bij de proportionele bedieningselementen zullen de ser-
vo’s de positie van het stuurelement direct volgen, terwijl
in het geval van een schakelaar er maar een twee- resp.
drietraps-verstelling mogelijk is.
Welk stuurelement resp. welke schakelaar er op servo 5
of 6 effect heeft, is helemaal vrij programmeerbaar.
Belangrijke aanwijzing:
In de basisprogrammering van de zender
zijn de ingangen 5 en 6 zowel bij de
helikopter als ook bij het vliegtuigmodel
in principe op “vrij” gezet, dus nog niet in gebruik.
Functie-ingang
Dit is een denkbeeldig punt in de signaalstroom en mag
niet gelijkgesteld worden met de stuurelement-aanslui-
ting op de zenderprint! De beide menu’s »Stuurknup-
pel-toewijzing« en »Instelling stuurelement«
beïnvloeden namelijk “achter” deze aansluitingen nog
de volgorde, waardoor er zeker verschillen tussen het
nummer van het stuurelement, zoals hierboven aange-
geven, en het nummer van het navolgende stuurkanaal
kunnen ontstaan.
Stuurkanaal
Vanaf het punt, waar in het signaal voor een bepaalde
servo alle stuurinformatie – direct vanuit het stuurele-
ment of indirect via een mixer – toegevoegd is, wordt er
gesproken over een stuurkanaal.
Zo wordt bijvoorbeeld de stuurfunctie “rolroer” van een
vliegtuigmodel bij het modeltype “2 RO” in de stuurka-
nalen voor linker en rechter rolroer opgedeeld, of op
dezelfde manier bij het helikoper-modeltype “3sv(2rol)”
bv. de stuurfunctie rollen naar de stuurkanalen voor de
linker en rechter rolservo gemixt.
Dit signaal wordt alleen nog door de in het menu »Ser-
vo-instelling« geprogrammeerde instellingen beïnvloed
en verlaat dan via de HF-module de zender. In de
ontvanger aangekomen wordt dit signaal eventueel
nog door de in het »Telemetrie«-menu, vanaf bladzijde
140, doorgevoerde instellingen gemodificeerd om dan
tenslotte bij de bijbehorende servo aan te komen.
Mixer
In de software van de zender bevinden zich o.a. veel
mixfuncties. Ze dienen ervoor, om een stuurfunctie
eventueel ook op meerdere servo’s of ook om meerdere
stuurfuncties op een servo effect te laten hebben.
Let u op de talrijke mixerfuncties vanaf bladzijde 94
van de handleiding.
Schakelaar
De standaard ingebouwde schakelaars SW 1 en 3, de
beide driestanden-schakelaars SW 4/5 en 6/7 en de
toetsschakelaar SW 2 kunnen ook bij de programmering
van stuurelementen worden betrokken. Al deze scha-
kelaars zijn ook bedoeld om enkele programmaopties
te schakelen, bv. voor het starten en stoppen van de
stopwatch, aan- resp. uitschakelen van een mixer, als le-
raar/leerling-schakelaar enz. Iedere schakelaar kan aan
zoveel functies toegewezen worden als u maar wenst.
Talrijke voorbeelden worden in dit handboek gedemon-
streerd.
Stuurelement-schakelaar
Soms is het praktisch om bij een bepaalde positie van
een stuurelement, bv. bij een gedefinieerde positie van
de kruisknuppel, een functie aan- of uit te schakelen
(bv. aan-/uitschakelen van een stopwatch om de mo-
torlooptijd vast te leggen, automatisch uitdraaien van
de landingskleppen en andere mogelijkheden). In het