User manual

188
Programmeervoorbeeld: Delta- en staartloos model
De afgebeelde instellingen zijn als
voorbeelden bedoeld en mogen niet
zonder meer worden over-genomen.
Bij dit soort instellingen wordt het staartloze model als
een “normale” vierkleppen-vleugel (2 rolroeren en twee
welfkleppen) met al haar mogelijkheden beschouwd! Bij
deze manier van beschouwen worden de oorspronkelijk
alleen voor moment-compensatie en het verkrijgen
van speciale effecten bedoelde mixers “HO N.N.*
door de instelling van hogere waarden dan gebruikelijk
“misbruikt” voor de overdracht van het hoogteroersignaal
op de roeren van het staartloze model.
Omdat bij geen van de vleugelmixers de trimming van
de digitale hoogteroer-trimhevel door de desbetreffende
mixer wordt meegenomen, hebben we een alternatief
nodig.
Wissel dus naar het menu …
»Instelling stuurelement« (bladzijde 76)
I5
I6
+
Weg
+15%
+15%
DK
DK
+15%
+15%
… en wijs aan de ingangen 5 en eventueel 6 telkens
hetzelfde stuurelement toe, bv. de proportionele draai-
knop. Daarna wisselt u naar de kolom “weg” en redu-
ceert u de uitslag van het stuurelement van deze beide
uitgangen symmetrisch naar ca. 50 % … of nog minder,
want: hoe kleiner deze is, des te fijngevoeliger kunt u
trimmen.
Wanneer u daarentegen liever de gewone hoogte-
roer-trimhevel wilt gebruiken, zet u of laat u de vleu-
gelmixers “HO N.N.* op 0 % en definieert daarvoor
in de plaats vrije lineaire mixers.
Roep daarvoor het menu …
»Vrije mixers« (vanaf bladzijde 117)
van
M1
M2
M3
??
?? –––
–––
M4
??
?? –––
M5
??
?? –––
Typ
HO
6
HO
5
Tr
Tr
… op en maak een lineaire mixer “tr HO 5” en even-
tueel “tr HO 6”.
Op de bladzijde met de grafiek van dit menu stelt u de
benodigde mixpercentages in. Controleer de instellingen
en vooral de richtingen van de uitslagen bij het model
resp. in de »Servo-aanduiding«, die u vanuit het basis-
display en bijna elke andere menupositie bereikt door
de toets VIEW () van de rechter vier-weg-toets in te
drukken. Verander eventueel het + of – teken.
In deze vorm bewegen dan bij het bedienen van de
hoogteroerstuurknuppel ook de rolroerkleppen evenwij-
dig, zoals bij welfkleppen resp. hoogteroeren.“tr” zorgt
ervoor, dat de hoogteroer-trimhevel effect kan hebben
op de desbetreffende mixer.
Omdat een ander stuurelement bij deze configuratie niet
nodig is, schakelt u de ingang 5 en eventueel ook 6 in
de tweede kolom van het menu »Instelling stuurele-
ment« weer op “vrij”.
Met een dergelijke programmering heeft de auteur van
deze regels al jaren geleden een deltamodel met de
toenmalige mc-20 gestuurd, en wel zoals hier be-
schreven met “welfkleppen-instellingen” als vervangende
trimming en een Butterfly voor de landing … helemaal
vrij van pompen of duiken door op elkaar afgestemde
vleugelmixers “K1 RO” en “K1 WK”, waarbij u
onder “rolroer” het buitenste en onder “welfklep” het
binnenste paar roeren moet worden verstaan.
Op een zelfde manier kan een modern, staartloos
model met pijlvleugel worden gevlogen. Ook bij deze
modellen zijn er binnen en buiten liggende roeren: de
eerstgenoemde vóór het zwaartepunt, de laatstge-
noemde daarachter. Een uitslag naar beneden van het/
de centrale roer(en) verhoogt de lift en geeft een hoog-
teroereffect “up”. Met een uitslag naar boven wordt het
tegendeel bereikt. Aan de buitenste rolroeren daarente-
gen draait het effect om: een uitslag naar beneden geeft
een “down”-hoogteroereffect en omgekeerd. Door een
bijbehorende afstemming van de “toevoerende” mixers
is hier “alles” mogelijk.
Hoe u uw model ook afstemt en welk aantal servo’s er
werd gekozen, u moet altijd voorzichtig zijn met een
vorm van differentiatie! Differentiaties veroorzaken in
een staartloos model met name een eenzijdig hoog-/
laag-effect. Daarom is het raadzaam, om in ieder geval
de eerste vluchten met een instelling van 0 % te starten!
Wanneer er meerdere testvluchten hebben plaatsgevon-
den, kan het dan eventueel zinvol zijn, om met differenti-
aties die van nul verschillen, te experimenteren.
Bij grotere modellen kunnen richtingsroeren in de
winglets, dat zijn de aan de vleugeltippen aangebrachte
“oren”, zinvol zijn. Wanneer ze via twee aparte servo’s
worden aangestuurd kunnen deze zoals in het voor-
beeld voor “parallel lopende servo’s” op bladzijde 184
werd beschreven worden aangestuurd, of via “Channel
* N.N. = Nomen Nominandum (de te noemen naam)