User manual
175
Programmeervoorbeeld: vliegtuigmodel
Aanwijzingen:
•
De maximaal mogelijke uitslag van een
Graupner|SJ-servo bedraagt vanwege
mechanische en elektronische redenen
150 % per kant. Overschrijdt bijvoorbeeld de som van
de waarden uit de kolom “midden” en min- of plus-
kant “servo-weg” deze grens, dan kan de desbetref-
fende servo vanaf dit punt de stuurcommando’s niet
meer volgen. Denk er ook aan, dat bv. ook mixers en
instellingen in het menu »D/R Expo« effect hebben
op de uitslag van de servo.
• De in dit menu aanwezige instelmogelijkheden voor
asymmetrische servo-uitslagen zijn NIET bedoeld om
rolroeren en/of welfkleppen te differentiëren. Daar-
voor zijn er in het instelmenu »Vleugelmixers« ge-
schiktere opties, zie de beide eerste regels in de vol-
gende afbeelding.
Met de huidige instellingen kunnen zweef- en motor-
modellen – de laatstgenoemde, wanneer u in de regel
“Motor aan K1” van het ondermenu “Modeltype” in het
menu »Modeltype- en faseninstelling«, bladzijde
62, de stuurrichting van de stationairloop juist heeft
ingesteld – in principe al vliegen. “Details” ontbreken.
De kleine kneepjes, die op den duur het vliegen juist
nog leuker maken. Daarom moet u zich, wanneer u uw
model al kunt vliegen, met het menu …
»Vleugelmixers« (vanaf bladzijde 94)
…bezighouden, waarin – afhankelijk van de in het
ondermenu “Modeltype” van het menu »Modeltype- en
faseninstelling«, bladzijde 62, gedane instellin-
gen – verschillende opties te zien zijn:
RO–diff.
WK–diff.
RO
RO
RI
WK
0%
K1
K1
K1
HO
WK
RO
HO
HO
WK
WK
RO
HO
WK
Diff.–red.
RO
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
–––
–––
–––
–––
–––
–––
–––
–––
–––
–––
–––
Aanwijzing:
In de afbeelding hierboven is door de invoer
van “2RO 2WK” in de regel “rolr./welfkl.” en
van “geen(/inv)” in de regel “Motor aan K1”
het maximaal bereikbare aanbod weergegeven.
Omdat we ons in dit onderdeel echter bezighouden met
een model met maar 2 servo’s in de vleugel ( “2RO”) zijn
bv. alle opties “van” en “naar” welfkleppen onzichtbaar,
zodat het menu er als volgt uitziet:
RO–diff.
RO
RI
0%
K1
K1
HO
RO
HO RO
0%
0%
–––
–––
–––
–––
–––0%
0%
Diff.–red.
0%
Bijzonder belangrijk in dit menu zijn de opties “RO-diff.”
(rolroer-differentiatie), de mixer “RO RI” (rolroer
richtingsroer), ook wel Combiswitch of Combi-mix
genoemd, en de mixer “K1 RO”.
Zoals op bladzijde 95 uitvoerig werd beschreven,
dient de “RO-diff.“ (rolroerdifferentiatie) ervoor, om het
negatieve draaimoment op te heffen.
Het naar beneden uitslaande rolroer veroorzaakt tijdens
het vliegen normaal gesproken een hogere lucht-weer-
stand dan het met dezelfde uitslag naar boven draaien-
de rolroer, waardoor het model scheef getrokken wordt.
Om dit te verhinderen wordt er een gedifferentieerde
uitslag ingesteld. Een waarde tussen 20 en 40 % is hier
meestal goed, de “juiste” instelling moet in de regel door
vliegtests worden uitgeprobeerd.
Hetzelfde geldt, wanneer uw model ook 2 welfkleppen-
servo’s heeft, voor de optie “WK-diff.” (welfkleppen-dif-
ferentiatie), in zoverre de welfkleppen als rolroeren
worden toegepast, bv. via de mixer “RO WK” (rolroe-
ren welfkleppen).
De optie “RO RI” (rolroer richtingsroer) dient een
soortgelijk doel, maar is ook handig voor een comforta-
beler sturen van het model. Een waarde rond de 50 % is
in het begin een praktische waarde. Deze functie moet
in ieder geval, wanneer u kunstvlucht-ambities heeft,
door het toewijzen van een schakelaar uitschakelbaar
gemaakt worden. (De auteur van deze regels schakelt
bijvoorbeeld deze mixer “automatisch” uit bij het om-
schakelen naar de vliegfase “Speed”, door dezelfde
schakelaar tegelijkertijd aan de beide opties toe te
wijzen.)
Een instelling van de mixer “K1 HO” (rem hoog-
teroer) is normaal gesproken alleen dan nodig, wanneer
bij het bedienen van een remsysteem er lastverande-
ringen in de vorm van pompen of duiken van het model
zichtbaar worden. Zulke verschijnselen treden meestal
alleen op bij omhoog gezette rolroeren of in combinatie
met een Butterfly-systeem. In ieder geval moet u de