User manual

149
Programmabeschrijving: telemetrie
uit-gekozen kanaal.
TYPE
Kies de servo-curve uit:
A: EXPO = -100 % en DUAL RATE = 125 %
De servo reageert sterk op knuppelbewegingen rond
de neutraalpositie. Met een toenemende roeruitslag
verloopt de curve vlakker.
B: lineaire instelling.
De servo volgt de beweging van de stuurknuppel li-
neair.
C: EXPO = +100 % en DUAL RATE = 70 %
De servo reageert zwak op stuurknuppelbewegingen
rondom de neutrale positie. Met toenemende roeruit-
slag verloopt de curve steiler.
Aanwijzing:
De hier geprogrammeerde stuurkarakteris-
tieken hebben ook effect op gemappte
ontvangeruitgangen.
5CH FUNCTION: „SERVO“ of „SENSOR“
RX CURVE
TYPE : B
CURVE1 CH : 02
TYPE : B
CURVE2 CH : 03
TYPE : B
CURVE3 CH : 04
5CH FUNCTION:SERVO
Bij bepaalde ontvangers is in plaats van een eigen
telemetrie-aansluiting een bepaalde servo-aansluiting
omschakelbaar gemaakt. Zo kan bijvoorbeeld bij de
in de set mx-12 HoTT, Best.-Nr. 33112, aanwezige
ontvanger GR-12 aan de aansluiting 5, die ook met een
“T” wordt aangeduid, …
Servo
Sensor
OF
… alternatief niet alleen de adapterkabel Best.-Nr.
7168.6S voor de update van de ontvanger, maar ook
een telemetrie-sensor worden aangesloten.
Opdat het aangesloten apparaat door de ontvanger ook
juiste herkend wordt MOET in dit geval de servo-aan-
sluiting 5 dus ook van “SERVO” op “SENSOR” worden
omgezet en andersom.
Verschuif hiervoor met de keuzetoets van de linker
vier-weg-toets het symbool
aan de linker rand voor
de onderste regel en druk dan op de ENT-toets () van
de rechter vier-weg-toets:
RX CURVE
TYPE : B
CURVE1 CH : 02
TYPE : B
CURVE2 CH : 03
TYPE : B
CURVE3 CH : 04
5CH FUNCTION:SERVO
Met één van de beide keuzetoetsen  van de lin-
ker vier-weg-toets kiest u nu de alternatieve instelling
“SENSOR”:
RX CURVE
TYPE : B
CURVE1 CH : 02
TYPE : B
CURVE2 CH : 03
TYPE : B
CURVE3 CH : 04
5CH FUNCTION:SENSOR
Door nogmaals op de ENT-toets () van de rechter
vier-weg-toets te drukken sluit u de invoer af en keert u
via indrukken van de ESC-toets () van de rechter vier-
weg-toets terug naar het basisdisplay van de zender.
RX SERVO TEST
Met de functie RX SERVO TEST kunt u de aan de actu-
eel actieve ontvanger aangesloten servo’s testen:
RX SERVO TEST
ALL–MIN : 1000µsec
ALL–MAX : 2000µsec
ALARM VOLT : 3.8V
TEST : STOP
ALARM TEMP–:–10°C
ALARM TEMP+: 55°C
CH OUTPUT TYPE:ONCE
waarde betekenis mogelijke
instellingen
ALL-MAX servo-weg aan de
“+”-kant voor alle
servo-uitgangen
voor de servotest
1500 … 2000 μs
ALL-MIN servo-weg aan de
“–”-kant voor alle
servo-uitgangen
voor de servotest
1500 … 1000 μs
TEST testprocedure START / STOP
ALARM
VOLT
alarmgrens van de
onderspannings-
waarschuwing van
de ontvanger
3,0 … 7,5 V
standaardin-
stelling: 3,8 V
ALARM
TEMP+
alarmgrens voor te
hoge temperatuur
van de ontvanger
50 … 80 °C
standaardin-
stelling: 55 °C