User manual
148
Programmabeschrijving: telemetrie
RX WING MIXER TAIL TYPE (staarttype)
De onderstaande modeltypen staan u ook in de regel
“Staarttype” van het ondermenu “Modeltype” van het
menu »Modeltype- en faseninstelling«, bladzijde
64, ter beschikking en moeten bij voorkeur daar
worden ingesteld. In dit geval laat u het TAIL TYPE altijd
op NORMAL.
Wilt u toch liever de in de ontvanger geïntegreerde mixer
gebruiken, dan kunt u de al vooraf ingestelde mixerfunc-
tie voor het desbetreffende modeltype uitkiezen:
• NORMAL
Deze instelling komt overeen met het klassieke vlieg-
tuigtype met een staart achteraan en een apart
hoogte- en richtingsroer. Voor dit modeltype zijn geen
mixerfuncties nodig.
• V-TAIL (V-staart)
Bij dit modeltype worden de stuurfuncties hoogte-
en richtingsroer dusdanig met elkaar verbonden dat
elk van de beide stuurvlakken – beide door een apar-
te servo aangestuurd – zowel de hoogte- als de rich-
tingsroerfunctie hebben.
De servo’s worden normaal gesproken als volgt aan
de ontvanger aangesloten:
OUTPUT CH 3: V-staartservo links
OUTPUT CH 4: V-staartservo rechts
Wanneer de draairichting van de servo’s verkeerd
zou zijn moet u de aanwijzingen op bladzijde 50
volgen.
• ELEVON (Delta-/staartloze modellen)
De aan de uitgangen 2 en 3 aangesloten servo’s ne-
men de rolroer- en hoogteroerfunctie over. De servo’s
worden normaal gesproken als volgt aan de ontvan-
ger aangesloten:
OUTPUT CH 2: rol/hoogte links
OUTPUT CH 3: rol/hoogte rechts
Wanneer de draairichting van de servo’s verkeerd
zou zijn moet u de aanwijzingen op bladzijde 50
volgen.
RX CURVE
Met de functie RX CURVE kunt u de stuurkarakteristiek
van maximaal 3 servo’s beheren:
RX CURVE
TYPE : B
CURVE1 CH : 02
TYPE : B
CURVE2 CH : 03
TYPE : B
CURVE3 CH : 04
waarde betekenis mogelijke
instellingen
CURVE1, 2
of 3 CH
kanaaltoewijzing
van de
desbetreffende
curven-instelling
1 … afhankelijk
van ontvanger
TYPE type curve A, B, C
zie afbeelding
Expo = +100%
–100%
+100%
0
–100%
+100%
0
Expo = –100%
TYP A
–100%
+100%
0
–100%
+100%
0
lineair
–100%
+100%
0
–100%
+100%
0
TYP B
TYP C
DR = 125% DR = 70%
Servoweg
uitslag stuurelement
Servoweg
uitslag stuurelement
Servoweg
uitslag stuurelement
Eventueel wordt een niet-lineaire stuurfunctie eventueel
gebruikt voor rolroer (kanaal 2), hoogteroer (kanaal 3)
en richtingsroer (kanaal 4). Deze kanaalnummers zijn de
standaardinstelling.
MAAR LET OP:
Deze toewijzing klopt alleen, wanneer u in
de zender noch in de regel “Staarttype” van
het ondermenu “Modeltype” van het menu
»Modeltype- en faseninstelling«, bladzijde 64,
“2 HO sv” noch in de regel “rolr./welfkl.” “2RO” of “2RO
2WK” heeft ingesteld! Anders wordt al in de zender de
stuurfunctie 3 (hoogteroer) op de stuurkanalen 3 + 6
resp. de stuurfunctie 2 (rolroer) op de stuurkanalen 2 + 5
voor linker en rechter rolroer gedeeld. De corresponde-
rende stuurkanalen (INPUT CH) van de ontvanger
zouden in deze beide gevallen dan de kanalen 03 + 06
resp. 02 + 05 zijn.
Als u dus bijvoorbeeld aan de zenderkant “2RO” heeft
ingesteld en de hier besproken optie RX CURVE in
plaats van het individueel instelbare menu »D/R Expo«,
bladzijde 84, van de zender mz-12 HoTT wilt
gebruiken, dan moeten er 2 curven worden gezet. Wan-
neer u dit niet doet zouden het linker en rechter rolroer
verschillende stuurkarakteristieken hebben:
RX CURVE
TYPE : A
CURVE1 CH : 02
TYPE : A
CURVE2 CH : 05
TYPE : B
CURVE3 CH : 04
• CURVE 1, 2 of 3 CH
Kies het gewenste stuurkanaal (INPUT CH) uit.
De volgende instelling TYPE betreft alleen het hier