User manual
146
Programmabeschrijving: telemetrie
Standaardinstelling: 1500 μs (servo-midden).
Belangrijke aanwijzing:
De functie “F.S.POS.” heeft ook in alle drie de
modi “OFF”, “HOLD” en “FAI(L) SAFE” nog
een bijzondere betekenis voor het geval dat
de ontvanger ingeschakeld wordt, maar (nog) geen
geldig signaal ontvangt:
De servo gaat direct naar de in de regel “positie” inge-
stelde Fail-Safe-positie. Daardoor kunt u bv. verhinderen
dat bij het onbedoelde inschakelen van de ontvanger
bij een uitgeschakelde zender een landingsgestel o.i.d.
inklapt. Tijdens het normale gebruik van het model ge-
draagt de desbetreffende servo zich echter in het geval
van een storing volgens de ingestelde “MODE”.
DELAY (Fail-Safe-reactietijd of vertraging)
Stel hier een vertragingstijd in, na welke de servo’s bij
een onderbreking van het signaal naar de gekozen
posities moeten gaan. Deze instelling wordt voor alle
kanalen overgenomen en betreft alleen de op de mode
“FAI(L) SAFE” geprogrammeerde servo’s.
Standaardinstelling: 0,75 s.
FAIL SAFE ALL (globale Fail-Safe-instelling)
Dit ondermenu maakt het mogelijk om op een even een-
voudige manier als het op bladzijde 128 beschreven
menu »Fail safe« de Fail-Safe-posities van de servo’s
met “een druk op de knop” vast te leggen.
Wissel naar de regel “FAIL SAFE ALL” en activeer het
waarden-veld door indrukken van de ENT-toets ()
van de rechter vier-weg-toets. “NO” wordt invers weer-
gegeven. Stel daarna de parameter met één van de
beide keuzetoetsen van de linker vier-weg-toets op
“SAVE”.
Nu beweegt u met de bedieningselementen van de zen-
der alle servo’s, aan die u in de regel “MODE” “FAI(L)
SAFE” heeft toegewezen of later toewijzen wilt, naar de
gewenste Fail-Safe-posities en hou deze hier vast .
In de onderste regel “POSITION” wordt de actuele
servo-positie voor het zojuist gekozen OUTPUT CH
getoond, bv.:
RX FAIL SAFE
INPUT CH: 01
MODE : FAI-SAFE
F.S.POS. : 1500µsec
DELAY : 0.75sec
OUTPUT CH: 01
POSITION : 1670µsec
FAIL SAFE ALL: SAVE
Na een hernieuwd indrukken van de ENT-toets () van
de rechter vier-weg-toets wisselt de weergave weer van
“SAVE” naar “NO”.
De posities van alle desbetreffende servo’s werden
daardoor opgeslagen en parallel daaraan in de regel
“F.S.Pos.” overgenomen, zodat de ontvanger in geval
van storing hierop kan terugvallen.
U kunt nu de bedieningselementen van de zender weer
loslaten.
RX FAIL SAFE
INPUT CH: 01
MODE : FAI-SAFE
F.S.POS. : 1670µsec
DELAY : 0.75sec
OUTPUT CH: 01
POSITION : 1670µsec
FAIL SAFE ALL: NO
Schakel de zender uit en controleer de Fail-Safe-posities
aan de hand van de servo-uitslagen.
„Fail Safe“ in combinatie met „Channel Mapping“
Om er zeker van te zijn dat ook in het geval van een
storing gemappte servo’s – dus servo’s, die door een
gemeenschappelijk stuurkanaal (INPUT CH) worden
aangestuurd – op dezelfde manier reageren, bepalen de
bijbehorende instellingen van het INPUT CH het gedrag
van gemappte servo’s !!!
Worden dus bijvoorbeeld de servo-aansluitingen 6, 7
en 8 van de ontvanger GR-16, Best.-Nr. 33508, met
elkaar gemappt, door aan de OUTPUT CH (servo-aan-
sluitingen) 06, 07 en 08 als INPUT CH telkens hetzelfde
stuurkanaal “04” toe te wijzen …
RX FAIL SAFE
INPUT CH: 04
MODE : OFF
F.S.POS. : 1670µsec
DELAY : 0.75sec
OUTPUT CH: 06
POSITION : 1670µsec
FAIL SAFE ALL: NO
RX FAIL SAFE
INPUT CH: 04
MODE : OFF
F.S.POS. : 1230µsec
DELAY : 0.75sec
OUTPUT CH: 07
POSITION : 1670µsec
FAIL SAFE ALL: NO
RX FAIL SAFE
INPUT CH: 04
MODE : HOLD
F.S.POS. : 1770µsec
DELAY : 0.75sec
OUTPUT CH: 08
POSITION : 1670µsec
FAIL SAFE ALL: NO
… dan bepaalt volledig onafhankelijk van de individuele