User manual
140
Programmabeschrijving: telemetrie
Telemetrie
Via het »Telemetrie«-menu kunnen in realtime zender-
en ontvangerdata en gegevens van optioneel aangeslo-
ten telemetrie-sensoren, zie aanhangsel, opgeroepen
en zichtbaar gemaakt worden. De ontvangerdata wor-
den via het in de HoTT-ontvanger geïntegreerde terug-
koppelingskanaal naar de zender overgebracht.
Aan de telemetrie-aansluitingen van de ontvangers, die
voorzien moeten zijn van de actuele software, kun-
nen – eventueel via een V- resp. Y-kabel – maximaal 4
sensoren worden aangesloten.
De mogelijkheid tot update van deze en toekomstige
ontvangers door de gebruiker houdt de bijbehorende
»Telemetrie«-menu’s altijd op de nieuwste stand en
zorgt ervoor, dat toekomstige functies of talen kunnen
worden toegepast.
Aanwijzing:
Na de registratie van uw product onder
https://www.graupner.de/de/service/
produktregistrierung.aspx wordt u automa-
tisch via E-mail over updates geïnformeerd.
Belangrijke aanwijzingen:
•
Deze handleiding bespreekt de functies
die beschikbaar waren op het moment
van de uitgave.
• Zoals al eerder in het gedeelte “Binden van meerdere
ontvangers” op bladzijde 90 opgemerkt kunnen er,
indien gewenst, meerdere ontvangers per model ge-
bonden worden. Bij een later gebruik is echter al-
leen de ontvanger, die als laatste gebonden werd,
in staat om een telemetrie-verbinding met de zen-
der op te bouwen! Dat betekent ook omgekeerd
dat alleen de als laatste gebonden ontvanger via het
»Telemetrie«-menu kan orden aangesproken! Even-
tueel moet dus de volgorde van het binden worden
veranderd, voordat er aan een bepaalde ontvanger
instellingen doorgevoerd kunnen worden.
• Omdat de telemetriedata tussen zender en ontvanger
maar na elk vierde datapakket worden uitgewisseld
heeft de dataoverdracht technisch gezien een be-
paalde tijd nodig, zodat de reactie op bedieningstoet-
sen en veranderingen van instellingen iets vertraagd
plaatsvindt. Dit is dus geen mankement.
• Let er bij het instellen van de radiobesturing al-
tijd op, dat de zenderantenne altijd voldoende ver
van de ontvangerantennes verwijderd is! Anders
riskeert u een gestoorde verbinding op het terug-
koppelingskanaal en daardoor een foutief gedrag.
•
Let er bij het vliegen met sleepmodel-
len op, dat de minimale afstand tussen
de beide ontvangers minimaal ca.
50 cm bedraagt. Gebruik eventueel een satellie-
tontvanger, anders zijn er storingen via het terug-
koppelingskanaal mogelijk.
• Programmeringen aan het model of aan sensoren
mogen alleen plaatsvinden wanneer het model zich
op de grond bevindt. Voer de instellingen alleen door
met een uitgeschakelde motor resp. losgemaakte
aandrijfaccu! Onbedoelde programmeringen kunnen
anders niet worden uitgesloten.
Een bv. per ongeluk geactiveerde servotest zou even-
tueel het model kunnen laten neerstorten en tot
schade of letsel kunnen leiden.
• Let ook op de veiligheidsaanwijzingen op de blad-
zijden 4 … 8 van dit handboek en bij de ver-
schillende aparte handleidingen.
• Alle instellingen (zoals Fail-Safe, omkeer servodraai-
richting, mixer- en curveninstellingen enz.), die u via
het menu »Telemetrie« programmeert worden uit-
sluitend in de ontvanger opgeslagen en eventueel bij
het ombouwen van de ontvanger in een ander model
daarin meegenomen. Initialiseer uw HoTT-ontvanger
daarom voor de veiligheid opnieuw, wanneer u de
ontvanger in een ander model wilt plaatsen, zie “Re-
set” op bladzijde 39.
Programmeer daarom de omkeer van servodraai-
richtingen, servoweg, mixer- en curveninstellingen
bij voorkeur alleen via de mz-12-specifieke stan-
daardmenu’s van de desbetreffende zender zoals bv.
»Servo-instelling«, bladzijde 74, »Vrije mixers«,
bladzijde 117, en »D/R Expo«, bladzijde 84 resp.
86. In andere gevallen overlappen de instellingen
elkaar, wat later bij gebruik in het gunstigste geval
tot on-overzichtelijkheid, in het ongunstigste geval tot
problemen kan leiden.
• Met de Channel-Mapping-functie van het in de zen-
der mz-12 HoTT geïntegreerde »Telemetrie«-me-
nu kunnen stuurfuncties ook willekeurig over meer-
dere ontvangers verdeeld worden of ook meerdere
ontvangeruitgangen van dezelfde stuurfunctie wor-
den voorzien. Bijvoorbeeld om per rolroerhelft twee
servo’s in plaats van maar één enkele te gebruiken
enz. Ook hierbij wordt dringend geadviseerd om
bij het programmeren altijd uiterst voorzichtig te
werk te gaan.