User manual
114
Programmabeschrijving: helimix / autorotatie-instelling
Helimixers
Instelling autorotatie
Door de autorotatie is een echte, maar ook een mo-
delhelikopter in staat, om bijvoorbeeld na het uitvallen
van de motor veilig te landen. Ook bij een uitval van
de hekrotor is het directe uitzetten van de motor en de
landing in de autorotatie de enige mogelijkheid, om een
oncontroleerbare, snelle draaiing om de hoogte-as en
de daaruit resulterende crash te voorkomen daarom
vindt de omschakeling NAAR de autorotatiefase ook
zonder vertraging plaats.
Bij het omschakelen naar de autorotatiefase verandert
het beeld van het helimixer-menu zoals hier afgebeeld:
Hekr
Pitch
Gas
Autorot
TS–limiet
UIT
0%
–90%
Gyro
0%
Regel. a. K8 nee
Regelaarinst. 50%
Bij een autorotatie wordt de hoofdrotor niet meer door
de motor aangedreven, maar alleen – net als bij een
windmolen – door de luchtstroming door de hoofdrotor
tijdens de daalvlucht. Omdat de energie, die hierdoor
in de hoofdrotor is opgeslagen bij het afvangen voor
de landing weer wordt verbruikt en daarom maar één
keer ter beschikking staat, is niet alleen een grote dosis
ervaring met het vliegen van helikoptermodellen nood-
zakelijk, maar ook een goed overdachte instelling van
de bovengenoemde functies.
De gevorderde piloot moet regelmatig deze autorotaties
oefenen, niet alleen om zich daarmee op wedstrijden te
kunnen bewijzen, maar ook om na het uitvallen van de
motor zijn helikopter uit een grotere hoogte schadevrij
te kunnen landen. Hiervoor zijn er in het programma
een aantal instelmogelijkheden aanwezig, die er voor
bedoeld zijn om het vliegen mét motor te vervangen. Let
u er op, dat de instelling van de autorotatie een volwaar-
dige derde vliegfase vormt, die over alle vliegfase-afhan-
kelijke instelmogelijkheden beschikt, dus ook over de
trimmingen, pitchcurven-instellingen enz.
Pitch (pitchcurve (K1 pitch))
Tijdens het vliegen mét motor wordt de maximale blad-
hoek begrensd door het ter beschikking staande motor-
vermogen, in de autorotatie echter pas door loslaten van
de stroming aan de hoofdrotorbladen. Voor een voldoen-
de grote lift, ook bij een afnemend toerental, moet een
grotere maximum pitchwaarde worden ingesteld. Wissel
hier door een indrukken van de ENT-toets () van de
rechter vier-weg-toets naar de grafiek van “pitch” en
beweeg dan de verticale lijn met de stuurknuppel naar
punt 5. Stel eerst een waarde in, die ongeveer 10 tot
20 % boven de normale pitchmaximum-waarde ligt. Stel
NIET direct een ten opzichte van de normale waarden
wezenlijk grotere waarde in, omdat anders de pitchstu-
ring na het omschakelen in de autorotatie heel anders
zou aanvoelen. Er bestaat namelijk dan het gevaar, dat
bij het afvangen in de daalvlucht van de autorotatie het
model overstuurds wordt en weer stijgt. Dan zou name-
lijk het toerental van de rotor al te vroeg afnemen, zodat
de helikopter toch nog uit grotere hoogte neerstort.
Later, na enkele oefen-autorotaties, kan de waarde altijd
nog bijgesteld worden.
De pitchminimum-instelling kan eventueel anders zijn
dan die van de normale vliegsituatie, afhankelijk van de
gewoonten tijdens de normale vlucht. Voor de autoro-
tatie moet u in ieder geval een dusdanig grote pitchmi-
nimum-waarde bij punt 1 instellen, dat uw model vanuit
de voorwaartse vlucht bij een middelmatige snelheid in
een daalvlucht van ca. 60 … 70 graden bij een volledig
teruggenomen pitch kan worden gebracht.
Wanneer u, zoals de meeste helipiloten, een dusdanige
instelling altijd al bij het normale vliegen toepast, dan
kunt u deze waarde gewoon overnemen.
Zou u echter uw model normaliter in een vlakkere hoek
“laten vallen”, dan verhoogt u de waarde van “punt 1” en
omgekeerd.
aanvlieghoek bij
verschillende hoe-
veelheden wind
aanvlieghoek
bij sterke wind
bij middelmatige
wind
zonder wind
45°
60°
75°
De pitchknuppel zelf bevindt zich tijdens de autorotatie
nu niet grotendeels in de onderste regionen, maar
typisch genoeg tussen de hoverpositie en de onderste
aanslag, om eventueel b.v. ook de hellingshoek via de
nicksturing nog te kunnen corrigeren.
U kunt de aanvliegroute nog verkleinen door licht de
nicksturing aan te trekken en de pitch voorzichtig te ver-
kleinen of het aanvliegen verlengen, door de nicksturing
te drukken en de pitch te verhogen.
Gas (gascurve)
Op wedstrijden wordt verwacht, dat de motor helemaal
uit is. In de trainingsfase zou zijn dit zeker niet handig,
omdat u dan telkens opnieuw de motor moet starten.
Stelt u bij de training de waarde van deze regel dusda-
nig in, dat in de autorotatie de motor nog veilig stationair