User manual
106
Programmabeschrijving: helimix - helikoptermodel
Ing.
Uitg.
Punt
3
0%
0%
0%
Normaal
K1 Hek
Uitgaand van -30 % bij punt 1 en +30 % bij punt 5 moet
de instelling van de mixer zó plaatsvinden, dat de
helikopter bij langere verticale stijg- en daalvluchten
niet – door het ten opzichte van het hoveren verander-
de draaimoment van de hoofdrotor – wegdraait om de
verticale as. Bij het hoveren moet de trimming alleen
plaatsvinden via de -digitale- hekrotor-trimhevel.
Voorwaarde voor een veilige instelling van de draaimo-
ment-compensatie is dat de pitch- en gascurven correct
werden ingesteld, het toerental van de rotor dus over
het hele verstelbereik van de pitch constant blijft, zie
“Afstemming van de gas- en pitchcurve”, vanaf bladzijde
110.
Bij de autorotatie wordt vanuit deze mixer
automatisch uitgeschakeld.
Hek Gas
K1
K1
Pitch
Gas
Hekr
Normaal
0%
0%Hekr
Gas
Gas
Rol
Via de hekrotor, die normaal gesproken het draaimo-
ment van de hoofdrotor op de romp compenseert, vindt
de aansturing van de helikopter om de hoogte-as plaats.
Sluit dus uw toerenregelaar aan de ontvangeruitgang 6
aan en verander de gascurve zoals hieronder beschre-
ven, zodat deze de taak van het “normale” stuurelement
kan overnemen.
Omdat dus in dit geval de “gascurve” alleen het ge-
wenste toerental van de motorcontroller bepaalt en dit
gewenste toerental normaal gesproken over het hele
pitch-bereik constant moet blijven, moet bij de mixer “K1
gas” een horizontale lijn worden ingesteld – iedere
(pitch-) ingangswaarde heeft dezelfde (“gas’-) uitgangs-
waarde ten gevolg – waarvan de “hoogte” het gewenste
toerental bepaalt.
Eerst wordt daarom steunpunt “3” gewist en daarna
worden de steunpunten “1” (ingang = 0 %) en “5” (ingang
= +100 %) op dezelfde waarde ingesteld, bijvoorbeeld:
Ing.
Uitg.
Punt
1
0%
+65%
+65%
Normaal
K1 Gas
De in te stellen waarde hangt af van de gebruikte
toerenregelaar en van het gewenste toerental en kan
natuurlijk per vliegfase verschillen.
Bij de autorotatie wordt vanuit deze mixer
automatisch naar een vooraf ingestelde
vaste waarde omgeschakeld, zie bladzijde
114.
K1 Hek (statische koppel-compensatie)
Ing.
Uitg.
Punt
3
0%
0%
0%
Normaal
K1 Hek
Standaard is een draaimoment-compensatie met een
lineair percentage van steeds 0 % ingesteld, zoals nodig
is voor een “Heading-Lock”-gyro, zie afbeelding hierbo-
ven.
LET OP:
Let in dit verband in ieder geval op de
handleiding bij uw gyro, omdat anders
het risico bestaat, dat uw heli eventueel
onbestuurbaar wordt.
Gebruikt u uw gyro daarentegen in de “normale” modus,
of heeft deze alleen maar de zogenaamde “normale
modus”, dan moet u de mixer als volgt instellen:
Op dezelfde manier als de instelling van de pitchcurve
(zie voorgaande bladzijden) kan ook de stuurcurve
van de hekrotor door maximaal 5 punten worden ge-
definieerd. U kunt daarom de mixer bij behoefte op elk
moment wijzigen en boven en onder het hoverpunt
zowel symmetrische als asymmetrische mixerpercen-
tages invoeren. Overtuigt u zich er eerst van, dat in het
ondermenu “Modeltype” van het menu »Modeltype- en
faseninstelling«, bladzijde 70, de juiste rotor-draai-
richting werd geselecteerd.