User manual

103
Programmabeschrijving: helimix - helikoptermodel
het inverse veld een waarde worden ingevoerd met de
pijltoetsen van de linker vier-weg-toets op dezelfde
manier als bij de middenverstelling van stuurelementen
resp. de offsetinstelling van andere radiobesturingen.
Deze instelmogelijkheden worden afgerond door de
optie “TS-limiet”: deze begrenst afhankelijk van de
instelling de maximale uitslag van de tuimelschijfser-
vo’s als een soort limiter. Deze instelopties zijn voor de
basisinstelling van de helikopter bedoeld.
Gewijzigde instellingen kunnen altijd door een gelijktijdig
indrukken van de toetsen  van de linker vier-weg-
toets (CLEAR) weer naar de standaardwaarden worden
teruggezet.
Om de instellingen telkens gericht te kunnen doorvoe-
ren, wordt de naam van de desbetreffende vliegfase
in het menu »Helimixers« op het display en in de
basisaanduiding van de zender zichtbaar gemaakt. De
wissel tussen de verschillende vliegfasen vindt “aan
de servo-kant” niet abrupt plaats, maar met een vast
gegeven omschakeltijd van ca. 1 seconde. Alleen NAAR
de autorotatiefase wordt er direct omgeschakeld.
Wanneer u dus voor een bepaalde vliegfase een scha-
kelaar omzet, wordt er aan de onderste rand van het
display de bijbehorende vliegfase getoond, bv. «nor-
maal»:
K1
K1
Pitch
Gas
Hekr
Normaal
0%
0%Hekr
Gas
Gas
Rol
Nu kunnen de instellingen voor deze vliegfase worden
geprogrammeerd.
Principes van de programmering
1. Met de pijltoetsen  van de linker vier-weg-toets
de gewenste optie uitkiezen.
2. De ENT-toets () van de rechter vier-weg-toets in-
drukken. Het display wisselt naar de instelpagina
(symbool
aan de rand rechtsonder) of het desbe-
treffende invoerveld wordt invers getoond.
3. Mixerwaarden met de keuzetoetsen van de linker
vier-weg-toets vastleggen, waarbij eventueel ook de
gas-/pitchstuurknuppel bewogen moet worden.
Gewijzigde instellingen kunnen altijd door een ge-
lijktijdig indrukken van de toetsen  van de lin-
ker vier-weg-toets (CLEAR) weer naar de standaard-
waarden worden teruggezet.
4. De ESC–toets () of de ENT-toets () van de rech-
ter vier-weg-toets indrukken om de invoer te beëin-
digen.
Pitch (pitchcurve (K1 pitch))
Wissel met de pijltoetsen  van de linker vier-weg-
toets naar de regel “pitch” en druk de ENT-toets () van
de rechter vier-weg-toets in:
Ing.
Uitg.
Punt
3
0%
0%
0%
Pitch
Normaal
De stuurcurve kan door maximaal 5 punten, de zoge-
naamde “steunpunten”, over de hele stuuruitslag per
vliegfase worden vastgelegd.
Normaal gesproken zijn er echter minder steunpunten
nodig, om de curve te kunnen instellen. In principe is het
raadzaam, om eerst met de 3 steunpunten te beginnen,
die in de softwarematige basis-instelling al actief zijn.
Deze drie punten, en wel de beide eindpunten “punt 1”
(pitchminimum bij -100 %) en “punt 5” (pitchmaximum
bij +100 %) alsmede “punt 3”, precies in het midden,
beschrijven eerst zoals in de bovenstaande afbeelding
van een display te zien is een lineaire karakteristiek
voor de pitchcurve.
Programmering in details
Schakel eerst naar de gewenste vliegfase om, b.v.
«Normaal».
Met de gas-/pitchstuurknuppel wordt in de grafiek de
verticale lijn synchroon tussen de beide eindpunten
“punt 1” en “punt 5” verschoven en parallel daaraan de
huidige stuurknuppelpositie tussen -100 % en +100 % in
de regel “Ingang” weergegeven.
Het snijpunt van deze verticale lijn met de desbetref-
fende curve is als “uitgang” aangeduid en kan aan de
steunpunten tussen -125 % en +125 % gevarieerd wor-
den. Dit stuursignaal heeft alleen effect op de pitchser-
vo’s. In de afbeelding links bevindt de stuurknuppel zich
exact in “punt 3” bij 0 % stuuruitslag en maakt vanwege
de lineaire karakteristiek een uitgangssignaal van ook
0 %.
Voor het instellen beweegt u de verticale lijn met de
stuurknuppel op het te veranderen steunpunt. Nummer
en actuele curvenwaarde van dit punt worden in de
linker helft van het display in de regel “punt” getoond.
Met de keuzetoetsen van de linker vier-weg-toets kan in
het inverse veld de huidige curvenwaarde tussen -125 %
en +125 % veranderd worden, en wel zonder de steun-
punten ernaast te beïnvloeden.