Operation Manual

Laden van de zenderaccu
Laden van de zenderaccu
De oplaadbare zenderaccu kan via de aan de
rechterkant van de zender aangebrachte
laadaansluiting worden opgeladen.
De zender moet tijdens het hele laadproces op “OFF
(UIT) gezet zijn. Nooit de zender, zolang deze nog met
het laadapparaat verbonden is, aanzetten! Ook een heel
korte onderbreking van het laadproces kan de
laadspanning dusdanig laten stijgen, dat de zender door
overspanning direct beschadigd wordt, of dat het
laadproces opnieuw gestart en de accu misschien
helemaal overladen wordt.
Let u daarom ook op een veilig en goed contact van
alle stekkerverbindingen. Zelfs een korte
onderbreking van het laadproces door een slecht
contact kan tot een foutief functioneren van het
laadapparaat leiden.
polariteit van de mx-12 laadbus
De laadkabels van andere fabrikanten, die zich op de
markt bevinden, hebben vaak een andere polariteit.
Gebruik daarom alleen originele GRAUPNER-
laadkabels.
laadstroom
Om schade aan de zender te voorkomen, mag de
laadstroom zonder laadbeveiligings-schakeling max. 500
mA (0,5 A) en met beveiliging max. 1,5 A bedragen
Aanwijzingen bij het laden van de zenderaccu met een
automatisch laadapparaat
Houd u altijd aan de aanwijzingen van de
laadaparaat- en accufabrikant.
Test eerst door middel van een paar proefladingen
uit, of de afschakel-automaat van het laadapparaat
probleemloos werkt.
Dit geldt met name, wanneer u de standaard
ingebouwde NiMH-accu met een laadapparaat voor
NC-accu’s wilt opladen.
Pas eventueel de Delta-Peak-afschakelspanning aan,
wanneer het apparaat deze optie bezit.
De laadstroom moet met de handmatige
stroomkeuze van het apparaat worden ingesteld, om
er zeker van te zijn, dat de max. laadstroom van 1,5
A niet overschrijden kan!
Nooit aan het apparaat zélf de automatische keuze
van de laadstroom overlaten!
Voer geen accu-ontladingen of accu-
onderhoudsprogramma’s uit via de laadbus! De
laadbus is hiervoor niet geschikt!
Moet de zender met meer dan 1,5 A geladen
worden, dan moet deze in ieder geval uit de zender
worden gehaald, om een mogelijke beschadiging
door warmteontwikkeling in de zender te
voorkomen.
standaard laadapparaten
Best.-Nr. 6422 Minilader 2
Best.-Nr. 6427 Multilader 3
Best.-Nr. 6426 Multilader 6E*
Best.-Nr. 6428 Turbomat 6 Plus*
Best.-Nr. 6429 Turbomat 7 Plus*
automatische laadapparaten met speciale NiMH-
laadprogramma’s:
Best.-Nr. 6419 Ultramat 5*
,
**
Best.-nr. 6410 Ultramat 10*
Best.-nr. 6412 Ultramat 12*, **
Best.-Nr. 6417 Ultramat 25*
,
**
Best.-Nr. 6416 Ultra Duo Plus 30*
,
**
* Voor het opladen is extra voor de zender de laadkabel
Best.-Nr. 3022, voor de ontvangeraccu Best.-Nr. 3021
nodig.
** 12-V-stroombron nodig