Operation Manual

Zo komt u bij de functie Fail Safe:
1. Aan/Uit-schakelaar op AAN zetten.
2. Door gelijktijdig indrukken van DOWN en SELECT
naar de functiemodus wisselen. De UP- of DOWN-
toets indrukken, totdat FAIL SAFE in het bovenste
deel van het display verschijnt.
3. Markeer met de SELECT-toets de servofunctie, die
u wilt instellen.
4. Schakel met de (+) of (-) om tussen servo’s
vasthouden en servopositie instellen.
5. Wanneer u kiest voor servopositie innemen, duwt u
de bijbehorende stuurknuppel in de positie, die de
servo in het geval van een Fail Safe moet gaan
innemen. Door indrukken van CLEAR slaat de zender
alle knuppelposities op.
6. Voer de stappen 4 en 5 door voor alle 6
stuurfuncties.
7. Door indrukken van de UP-toets komt u bij de
functie SERVO TRAVEL.
8. Door indrukken van de DOWN-toets komt u bij de
functie MIXING FUNCTIONS.
9. U kunt de functie FAIL SAFE verlaten, door
DOWN en SELECT tegelijkertijd in te drukken.
Aanduiding servo-uitslag
In de aanduiding servo-uitslag kunt u de knuppeluitslagen
van de zender controleren. U kunt hier ook zien, of de
mixerfuncties correct werken, zonder de ontvanger te
hoeven inschakelen.
Menu D/R & Exp wijzigen
Naar het menu fail Safe
Zo komt u in het menu aanduiding servo-uitslag:
1. Aan/uit-schakelaar van de zender op AAN zetten.
2. Door gelijktijdig indrukken van DOWN en SELECT
naar de functiemodus wisselen. De UP- of DOWN-
toets indrukken, totdat SERVO TRAVEL in het
bovenste deel van het display verschijnt.
3. Beweeg de stuurknuppel. De aanduidingen komen
overeen met het volgende schema:
Aanduiding 1: gas
Aanduiding 2: roll
Aanduiding 3: nick
Aanduiding 4: hekrotor
Aanduiding 5: retracts
Aanduiding 6: Pitch
4. Met de UP-toets wisselt u naar de D/R & EXP-
aanduiding.
5. Met de DOWN-toets wisselt u naar het menu FAIL
SAFE.
6. U kunt de functie SERVO TRAVEL verlaten, door
DOWN en SELECT tegelijkertijd in te drukken.