Operation Manual
polariteit zenderaccustekker bruin rood
Voor de stroomvoorziening van de ontvanger kunt u kiezen uit diverse 4,8-V-NC-accu’s met verschillende
capaciteit. Gebruik uit veiligheidsredenen geen droge batterijen.
Voor de ontvanger is er geen controlemogelijkheid van de spanning tijdens het gebruik. In de PCM20-modus
kan er een accu-Fail-Safe geactiveerd worden (menu “Fail Safe instellingen”).
Controleert u de toestand van de accu’s regelmatig. Wacht niet met het laden van de accu’s, tot de servo’s al
merkbaar langzamer zijn geworden.
Een totaaloverzicht van accu’s, laadapparaten en meetapparatuur voor het testen van stroombronnen
vindt u in de GRAUPNER hoofdcatalogus FS.
Laden van de zenderaccu
De zender mx-22 is standaard voorzien van een oplaadbare NiMH-accu met hoge capaciteit (type: 8NH-1700
TX, Best.-nr. 3414). (wijzigingen voorbehouden). Deze accu is bij de levering echter nog niet geladen.
De oplaadbare NiMH-zenderaccu kan via de aan de rechterkant van de zender aangebrachte laadaansluiting
worden opgeladen. Laat u de accu tijdens het laden in de zender, om eventuele beschadigingen aan de accu-
aansluitbus te vermijden.
De zender moet tijdens het hele laadproces op “OFF”(UIT) gezet zijn. Nooit de zender, zolang deze nog met
het laadapparaat verbonden is, aanzetten! Ook een heel korte onderbreking van het laadproces kan de
laadspanning dusdanig laten stijgen, dat de zender door overspanning direct beschadigd wordt. Let u
daarom ook op een veilig en goed contact van alle stekkerverbindingen.
polariteit van de mx-22-laadbus
De laadkabels van andere fabrikanten, die zich op de markt bevinden, hebben vaak een andere polariteit. Gebruik
daarom alleen originele GRAUPNER-laadkabels.
Laden met automatische laadapparaten
De zender is geconcipeerd voor het laden van de zenderaccu met een automatisch laadapparaat. Voorzichtig: de
aansluitbus in de zender is daarom niet tegen een kortsluiting en verpoling beschermd. Verbindt u
daarom eerst de bananenstekkers met het laadapparaat en steekt u daarna het andere einde van de
laadkabel in de laadbus van de zender. Verbind nooit de blanke uiteinden van een aangesloten laadkabel-
aansluitstekker met elkaar!
Voer een aantal proefladingen uit, wanneer u de standaard ingebouwde NiMH-accu met een automatisch
laadapparaat voor NiCd-accu’s wilt opladen. Pas eventueel de Delta-Peak-afschakelspanning aan, inzoverre het
toegepaste laadapparaat over deze functie beschikt.
Laden met standaard-laadapparaten
Het laden met laadapparaten zonder automatische laadstroom-afschakeling is ook mogelijk. Wanneer u echter
uitsluitend slechts apparaten van dit type gebruikt, is het raadzaam om de terugstroom-veiligheidsschakeling aan
de zenderlaadbus te activeren. Deze verhindert een beschadigen van de zender door verpoling of kortsluiting met
de blanke uiteinden van de laadkabel-aansluitstekker. Een automatisch laadapparaat reageert hierop met een te
vroeg afslaan, foutmeldingen of laadt totaal niet.
De terugstroom-veiligheidsschakeling wordt door het losmaken van een soldeerbrug geactiveerd. Deze
handeling wordt uitvoerig beschreven in het hoofdstuk “openen van de zender”, zie bladzijde 16.
Leest u alstublieft dit hele hoofdstuk nauwkeurig door.
Laden van de ontvangeraccu
De laadkabel Best.-nr. 3021 kan voor het laden direct met de ontvangeraccu verbonden worden. Is de accu in het
model aangesloten via de stroomverzorgingskabel Best.-nr. 3046, 3377, 3934, 3934.1 resp. 3934.3, dan vindt het
laden plaats via de in de schakelaar geïntegreerde laadbus resp. de aparte laadaansluiting. De schakelaar van de
stroomvoorzieningskabel moet moet tijdens het laden op “UIT” staan.










