Operation Manual

Heeft u zich er van overtuigd, dat het effect van de K1-knuppel op de motor “in orde” is, dan moet bij de
volgende stap ervoor gezorgd worden, dat diens invloed op de motor zowel aan- als uitgeschakeld kan worden,
om alternatief ook het remsysteem te kunnen bedienen. Daarvoor wisselt u naar het menu …
“vrije mixers” ( bladzijde 77 … 80)
en programmeert u een vrije mixer “K1 K1”. Daarna wisselt u naar de kolom met het schakelaarsymbool en
wijst u aan deze mixer een door u gewenste “omschakelaar” - bijvoorbeeld SW1- toe, door deze na activeren van
de schakelaartoewijzing door een druk op SELECT van “vooruit” naar “achteruit”, dus naar het lichaam toe, om
te zetten.
Bij ingeschakelde mixer wisselt u nu naar de tweede regel op het display en stelt u daar eerst een SYMmetrische
mixwaarde van -100% in.
Aansluitend wisselt u met de rechter tiptoets bij gelijktijdig ingedrukt gehouden SELECT-toets naar de regel
“Offs”. Op hetzelfde moment worden de velden SYM en ASY vervangen door STO en CLR. Schuif nu de K1-
knuppel bij een invers STO-veld tot aan de aanslag naar voren en druk dan op SELECT. De waarde rechts naast
“Offs” wisselt daarop van 0% naar ca. +100% en de grafische weergave van de mixerlijn verandert ook mee:
Wanneer u nu met ESC terugkeert naar de basisaanduiding en in deze via een druk op SELECT naar …
“servo-aanduiding” (bladzijde 27)
wisselt, dan kunt u direct het effect van de instellingen tot nu toe controleren: bij een uitgeschakelde mixer volgt
de balkaanduiding de K1-knuppel. Bij een ingeschakelde mixer blijft de balk daarentegen op zijn plaats, zoals
afgebeeld – bij ca. -100%.
Aanwijzing:
Wanneer u deze test met een ingeschakelde ontvangstinstallatie en –aandrijving doet, moet u er zeker op
letten dat u alleen in de positie “motor UIT” omschakelt! Anders bestaat het gevaar, dat de aandrijving door
het abrupte starten zwaar belast en eventueel zelfs beschadigd wordt. Daarom moet u ook tijdens het vliegen
alleen in de positie “motor UIT” omschakelen!
Om de programmering af te sluiten, zet u de gekozen “omschakelaar” weer in de positie “motor AAN”, dus naar
voren. Wissel terug naar het multifunctie-menu en dan naar het menu …
“vleugelmixers” (bladzijde 61 … 65)
Hier stelt u – in zoverre u dit bij de algemene modelprogrammering al niet gedaan had – in de regel “rem
rolroer” (“bremse QR”) de gewenste uitslag van de rolroeren bij het bedienen van de K1-knuppel ( “rem”)
naar boven in en wijst u in de regel met het schakelaarsymbool na een druk op SELECT de gekozen
“omschakelaar” toe, door deze ook van “naar voren” nu “naar achteren” om te zetten.
Indien uw model ook welfkleppen heeft en u daarom in de regel “rolr./welfkl.” van het menu “basis-
instelling” “2QR 2WK” heeft gekozen, zet u de zojuist omgezette “omschakelaar” – hier schakelaar 1- weer
naar voren en wisselt u met de rechter tiptoets bij gelijktijdig ingedrukt gehouden SELECT-toets naar de regel
“rem WK”. Hier stelt u dan de gewenste uitslag van de welfkleppen bij de bediening van de K1-knuppel