Operation Manual
Omdat in ons voorbeeld de kleppen hun gesloten resp. ingetrokken positie aan de linker aanslag van de
proportionele draaiknop moeten hebben, en het hoogteroer in deze positie ook niet beïnvloed moet worden,
moeten we het mixerneutraalpunt precies naar dit punt verschuiven. Draai daarom de draaiknop naar links, als u
dit nog niet gedaan had, en kies via de rechter tiptoets STO uit . Druk aansluitend op SELECT.. De gestippelde
verticale lijn verschuift nu naar dit punt, het nieuwe mixerneutraalpunt, die per definitie altijd de “OUTPUT”-
waarde nul behoudt.
We willen voor de duidelijkheid van de afbeeldingen echter deze als “Offset” aangeduide waarde op
slechts 75% instellen.
Aanwijzing:
Via keuze van CLR door middel van de rechter tiptoets en een aansluitend indrukken van SELECT zet u het
mixerneutraalpunt automatisch terug naar het midden van de stuuruitslag.
symmetrische mixpercentages
Nu worden de mixwaarden boven en onder het mixerneutraalpunt - gebaseerd op de huidige positie van het
mixerneutraalpunt – gedefinieerd. Kiest u het SYM-veld, om de mixwaarde symmetrisch bij het zojuist
ingestelde mixerneutraalpunt vast te leggen. Na indrukken van SELECT legt u de waarden in de beide inverse
velden tussen –150% en +150% vast. De ingestelde waarde heeft altijd betrekking op het stuursignaal!
Negatieve mixwaarden draaien de mixrichting om.
Indrukken van de CLEAR-toets wist het mixpercentage in het inverse veld.
De voor ons doel “optimale” waarde moet in de praktijk nog worden getest.
Omdat we het mixerneutraalpunt al eerder op +75% stuuruitslag hadden ingesteld, zal het hoogteroer (“HR”) al
in de neutrale positie van de landingskleppen een (geringe) uitslag naar beneden hebben, die natuurlijk niet
gewenst is. Verschuift u dus, zoals al eerder is beschreven, het mixerneutraalpunt naar 100% stuuruitslag.
Wanneer u nu de Offset van 75% naar zelfs 0% zou terugzetten, zou het volgende beeld ontstaan:
Asymmetrische mixpercentages
Vaak zijn er echter naar beide kanten van het mixerneutraalpunt verschillende mixwaarden nodig.
Als u daarvoor de Offset van de als voorbeeld gebruikte mixer “6 → HR” weer op 0% zet (zie afbeelding
hierboven), dan het veld ASY kiest en de proportionele draaiknop naar de desbetreffende richting beweegt, dan
kunnen de mixpercentages voor de beide stuurrichtingen, d.w.z. links en rechts van het ingestelde Offsetpunt,
apart worden ingesteld:
Aanwijzing:
In het geval van een schakelkanaal-mixer van het type “S → NN” moet u de toegewezen schakelaar omzetten.
De verticale lijn springt tussen de linker en rechter kant.
1. Voor het openen en sluiten van een sleepkoppeling werd de schakelaar SW 3 al in het menu “instelling
stuurelement” aan het stuurkanaal 8 toegewezen:
Omdat bij de navolgende sleepvluchten is gebleken, dat tijdens het slepen altijd met een beetje
hoogteroer “up” moet worden gevlogen, moet nu bij een gesloten sleepkoppeling de aan
ontvangeruitgang 3 aangesloten hoogteroerservo automatisch iets “up” getrimd worden. In het van
bladzijde 77 al bekende display werd de 3
e
lineaire mixer hiervoor al aangemaakt, en wel met het
schakelkanaal “S” als mixeringang. Breng nu de uitgekozen schakelaar in de positie mixer-UIT…










