Operation Manual
Combinatie van de mixers rem → NN: “kraai-positie” of “Butterfly”
Wanneer alle drie remkleppenmixers worden toegepast, kan er een bijzondere kleppencombinatie worden
toegepast, die ook wel “kraai-positie”of “Butterfly” wordt genoemd: in de Butterfly-positie gaan de beide
rolroeren iets naar boven en de welfkleppen zover mogelijk naar beneden. Via de derde mixer wordt het
hoogteroer zo bijgetrimd, dat de vliegsnelheid ten gevolge van de veranderde lift-eigenschappen ten opzichte van
de normale snelheid niet verandert.
Dit samenspel van de welfkleppen, rolroeren en hoogteroer gebruikt men, om de glijhoek bij de landing aan te
kunnen passen. (De Butterfly-kleppen-positie wordt vooral bij zweefmodellen vaak in plaats van rem- resp.
stoorkleppen toegepast.)
Bij doorlopende rolroeren, die de gehele achterlijst van de vleugel beslaan en tegelijkertijd als welfkleppen
dienen, kunnen de beide mixers “rem → rolroer” en “rem → hoogteroer” samen worden toegepast, om de als
welfkleppen dienende rolroeren sterk naar boven te kunnen zetten en het hoogteroer dienovereenkomstig te
kunnen bijtrimmen.
Afhankelijk van de rolroerdifferentiatie wordt het effect van de rolroeren door het omhoog zetten ervan in de
Butterfly-positie meer of minder verslechterd, omdat de rolroeruitslagen naar beneden door de differentiatie
verkleind of ten opzichte van de uitslagen naar boven zelfs onderdrukt worden (Split-positie). De uitslagen naar
boven kunnen echter niet verder vergroot worden, omdat de rolroeren sowieso al bijna of helemaal in de extreme
positie staan. Handig hierbij is de “differentiatie-reductie”, die verder hieronder in een eigen onderdeel wordt
uitgelegd.
HR → WK (hoogteroer → welfklep)
Ter ondersteuning van het hoogteroer bij scherpe bochten en bij kunstvlucht kan de welfkleppenfunctie via een
mixer door de hoogteroersturing worden meegenomen. De mixrichting moet zó gekozen worden, dat bij een
hoogteroer naar boven (up) de welfkleppen naar beneden en andersom bij hoogteroer naar beneden (down) de
welfkleppen naar boven – dus tegengesteld – uitslaan.
HR → QR (hoogteroer → rolroer)
Met deze mixer kunt u het hoogteroereffect, net als bij de voorgaande mixer, ondersteunen.
WK → HR (welfklep → hoogteroer)
Bij het zetten van welfkleppen, of dit nu via “fasentrimming” of via een aan de ingang “E6 “ toegewezen
stuurelement plaatsvindt, kunnen als neveneffect momentbewegingen om de dwars-as ontstaan. Het kan echter
ook gewenst zijn, dat b.v. het model na een licht omhoog zetten van de welfkleppen ook iets meer snelheid moet
gaan maken. Met deze mixer kunt u beide dingen bereiken.
Via deze mixer wordt bij het uitdraaien van de kleppen- afhankelijk van de ingestelde waarde - automatisch de
positie van het hoogteroer gecorrigeerd. Het effect is dus slechts afhankelijk van de grootte van de ingestelde
correctiewaarde.
WK → QR (welfklep → rolroer)
Om een gelijkmatig verdeelde lift over de hele spanwijdte te krijgen, wordt met deze mixer een instelbaar
percentage van de welfkleppensturing naar de rolroerkanalen 2 en 5 overgedragen. Daardoor bewegen de
rolroeren zich bij een uitslag van de welfkleppen in dezelfde richting als de welfkleppen, maar normaal
gesproken met een kleinere uitslag.
Diff. –Red. (differentiatie-reductie)
Al eerder werd de problematiek bij de Butterfly-configuratie beschreven, namelijk dat bij het toepassen van de
rolroerdifferentiatie het effect van de rolroeren door het extreme omhoog zetten van de rolroeren sterk wordt
verkleind, omdat aan de ene kant een verdere uitslag van het ene rolroer naar boven (bijna) niet meer mogelijk is
en aan de andere kant de uitslag van het naar beneden uitslaande rolroer door de ingestelde differentiatie meer of
meer “verhinderd” is. Daardoor is echter de werking van de rolroeren merkbaar kleiner dan bij de normale
positie van de roeren.
Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan, moet u in ieder geval gebruik maken van de “differentiatie-reductie”.
Deze reduceert bij het uitdraaien van het remsysteem de hoeveelheid rolroerdifferentiatie continu en in een
instelbare hoeveelheid resp. heft deze, afhankelijk van de instelling, zelfs op.










