Operation Manual

Aanwijzing:
Afhankelijk van uw invoer in de regel “rolr./welfkl.” van het menu “basis-instelling” kunt u bij de
“fasentrimming” slechts beschikken over de kolom “HR”, de kolommen “Rol” en “HR” of zoals hierboven
afgebeeld “WK”, “Rol” en “HR” op het display.
Wat is een mixer?
Principes van een mixfunctie
Bij veel modellen is vaak een mix van verschillende aansturingen in het model wenselijk, b.v. een koppeling
tussen rol- en richtingsroer of een koppeling van twee servo’s, wanneer 2 roeren van aparte servo’s moeten
worden aangestuurd. In al deze gevallen wordt de signaalstroom aan de “uitgang” van het stuurelement
“afgetakt”- d.w.z. ook “achter” instelopties zoals b.v. “Dual Rate/Expo” “of “instellingen stuurelement”-, om dit
signaal dan op een bepaalde manier op de “ingang” van een ander stuurkanaal en daarmee tenslotte op een
ontvangeruitgang effect te laten hebben.
Voorbeeld: aansturen van twee hoogteroerservo’s via de hoogteroerstuurknuppel:
bedieningselement (stuurelement) stuurfunctie-uitgang stuurkanaal (ontvangeruitgang) servo 1
mixer-menu’s servo 2
mixer
aanwijzing: 0% …+125% = parallel en -125% ….0% = tegengesteld
De software van de zender mx-16s bevat een groot aantal voorgeprogrammeerde koppelfuncties, waarbij twee
(of meer) stuurkanalen met elkaar gemixt worden. Zo kan de als voorbeeld genoemde mixer al in de regel
“staarttype” in het menu “basis-instelling” in de vorm van “2Hr Sv” softwarematig geactiveerd worden.
Daarnaast biedt de software in het vliegtuig- en heliprogramma in ieder modelgeheugen telkens drie vrij
programmeerbare lineaire mixers.
Leest u hiervoor de algemene opmerkingen bij de “vrije mixers” op bladzijde 76 van dit handboek.
Vleugelmixers
(aanduiding afhankelijk van de in de regels “motor aan K1” en “rolr./welfkl.” Van het menu “basis-instelling”
gekozen instellingen.)
Het programma van de mx-16s zender bevat een reeks kant-en-klaar geprogrammeerde koppelfuncties, waarbij
alleen het mixpercentage en een eventuele schakelaar hoeven worden ingevuld. Afhankelijk van het
geselecteerde “modeltype” (staarttype, aantal vleugelservo’s, met of zonder motor, zie vanaf bladzijde 38),
verschijnt er een aantal voorgeprogrammeerde mixerfuncties. Wanneer uw model bij voorbeeld niet voorzien is
van welfkleppenservo’s, en u daarom in het menu “basis-instelling” ook geen welfkleppenservo’s heeft
ingevoerd, dan worden alle welfkleppenmixers door het programma automatisch onzichtbaar gemaakt, net als de
mixer “rem NN” bij de keuze van “stationair naar voren” resp. “naar achteren” in de regel “motor aan K1”.
Het menu wordt daardoor niet alleen overzichtelijker; ook eventuele programmeerfouten worden op deze manier
vermeden.
Opmerkingen:
De positie van de welfkleppen in de verschillende vliegfasen wordt als eerste in het menu “fasentrimming”
vastgelegd, zie bladzijde links. Wilt u echter deze instelling tijdens het vliegen kunnen variëren of de
welfkleppensturing met de hand wijzigen, dan is een willekeurig, in het menu “instelling stuurelement”
(bladzijde 52)aan de ingang “E6”toegewezen stuurelement nodig.
Deze stuurt de beide aan de ontvangeruitgangen 6 en 7 aangesloten welfkleppenservo’s, in zoverre die in het
menu basis-instelling” in de regel “rolr./welfkl.” werden ingegeven.