Operation Manual

Aanwijzing:
Indien u parallel met de ontvangeraccu een regelaar met geïntegreerd BEC*-systeem toepast, moet afhankelijk
van het type regelaar eventueel de pluspool (rode kabel) uit de 3-polige stekker worden losgemaakt. Let u in
ieder geval op de handleiding van de regelaar.
Met een kleine schroevendraaier voorzichtig het middelste lipje van de stekker iets omhooghalen (1), rode kabel
lostrekken (2) en met isolatieband tegen mogelijke kortsluiting beveiligen (3).
rood
* Battery Elimination Circuit
Aanwijzingen bij de installatie
Uw radiobesturingssysteem moet in ieder geval op de juiste manier in het model worden ingebouwd. Hier volgen
een aantal tips om uw GRAUPNER-uitrusting in te bouwen:
1. Wikkel de ontvanger in schuimrubber van minimaal 6 mm dikte; maak het schuimrubber vast met een
elastiekje, om de ontvanger te beschermen tegen een crash of een harde landing.
2. Monteer de servo’s op rubber tulen met de messing holnieten, om ze tegen trillingen te beschermen. Trek de
bevestigingsschroeven niet te hard aan, anders verliezen de tulen hun effect. Op de afbeelding rechts ziet u,
hoe een servo gemonteerd dient te worden. de messing holniet wordt vanaf de onderkant in de rubbertule
geschoven. Wanneer de schroeven op de juiste manier zijn aangetrokken, biedt deze bevestiging veiligheid
en bescherming tegen trillingen.
3. De servohevels moeten over hun totale uitslag vrij kunnen bewegen. Let erop, dat stuurstangen e.d. de
uitslag van de servo niet kunnen hinderen.
4. Alle schakelaars moeten zo zijn ingebouwd, dat ze niet in de straal van de uitlaat liggen en niet beïnvloed
worden door trillingen. Het knopje van de schakelaar moet vrij toegankelijk zijn.
5. De ontvangerantenne moet vast in het model zijn ingebouwd, zodat deze zich niet om de propeller of een
roer kan wikkelen. Strek de ontvangstantenne echter nooit in een exact rechte lijn uit, maar leg deze bij een
vliegtuigmodel, b.v. boven het hoogteroer, op het uiteinde ca. 10 … 15 cm om in een L-vorm voor een
optimale ontvangst. Wanneer dit niet mogelijk is, moet u al in de romp de antennekabel een kort stuk, b.v. in
de buurt van de ontvanger, in een S-vorm neerleggen.
De volgorde, waarin de servo’s moeten worden aangesloten, hangt van het modeltype af. Let op de
aansluitschema’s op de bladzijden 29/30 en 33.
Let ook op de veiligheidsaanwijzingen op de bladzijden 3 … 5.
Om ongecontroleerde bewegingen van de aan de ontvanger aangesloten servo’s te vermijden, bij het inschakelen
eerst de zender,
dan de ontvanger aanzetten
en bij het stoppen
eerst de ontvanger,
dan de zender uitzetten.
Let er bij het programmeren van de zender in ieder geval op, dat elektromotoren niet onbedoeld kunnen gaan
draaien of een met een automatische starter uitgeruste verbrandingsmotor niet per ongeluk start. Maak voor de
veiligheid de vliegaccu los resp. onderbreek de brandstoftoevoer.
reikwijdte-test:
Vóór ieder gebruik moet de correcte functie van alle stuurfuncties worden getest en een reikwijdtetest op de
grond met ingeschroefde en uitgetrokken zenderantenne worden uitgevoerd. Een eventueel aanwezige motor
aanzetten, om de storingsgevoeligheid te testen.
bevestigingsflens
schroef
rubber tule
messing holniet