Operation Manual
leraar-/leerling-bedrijf gas-stuurknuppel bedrijfsspanning alleen in SPCM-modus
gestoord te ver in richting te laag
volgas
Bediening van de “Data Terminal”
Invoertoetsen en functievelden
ENTER, ESC, SELECT, +, -, CLEAR … SEL, STO, CLR, SYM, ASY, ,
ENTER-toets groter-/naar boven-toets (+)
(bevestigen)
ESC-toets kleiner-/naar beneden-toets (-)
(afbreken/terug)
SELECT-toets CLEAR
(uitkiezen) (terugzetten naar standaardwaarde)
Toetsen links van het display
• ENTER-toets van de linker tiptoets
Door bedienen van ENTER komt u van de na het inschakelen van de zender verschijnende kanaalkeuze
bij de basis-aanduiding van het display, en verder bij de multifunctie-menu’s . Ook het oproepen van
een uitgekozen menu kan via ENTER plaatsvinden.
• ESC-toets van de linker tiptoets.
Indrukken van de ESC-toets heeft een stapsgewijs terugkeren naar de functiekeuze resp. ook weer terug
naar de basis-aanduiding tot gevolg. Een eventuele tussentijds veranderde instelling blijft behouden.
• SELECT
De SELECT-toets heeft meerdere taken:
1. Door een kort indrukken wisselt u uit de basis-aanduiding van de zender naar de “servo-
aanduiding”, zie bladzijde 27.
2. Wanneer u deze toets indrukt activeert u – zolang u de toets ingedrukt houdt – in de basis-
aanduiding de weergave van de actuele posities van de beide INC/DEC-toetsen CTRL 5 + 6,
zie bladzijde 27
3. Binnen de instelmenu’s activeert u met een druk op de SELECT-toets de desbetreffende
instelvelden en keert u eventueel na een hernieuwde druk op SELECT naar de functievelden
aan de onderste rand van het display terug.
4. Wanneer u de SELECT-toets ingedrukt houdt, is het mogelijk om te “bladeren” door de
menuregels binnen de afzonderlijke instelmenu’s met de rechter tiptoets – gesymboliseerd
door ↑ ↓ boven en onder de beide toetsen.
Toetsen rechts van het display
• “+”- en “-“-toetsen van de rechter tiptoets
1. “Bladeren” door de menuregels van de instelmenu’s bij ingedrukte SELECT-toets –
gesymboliseerd door ↑ ↓ boven en onder de beide toetsen.
2. “Bladeren” door lijsten, b.v. de modelkeuze of door multifunctie-lijsten – gesymboliseerd door
← → aan beide kanten van de rechter tiptoets.
3. Wisselen tussen de meestal onderaan het beeldscherm geplaatste functievelden, zie rechter
kolom – gesymboliseerd door ← → aan beide kanten van de rechter tiptoets.
4. Uitkiezen resp. instellen van parameters in instelvelden eventueel na activering daarvan door
een druk op de toets SELECT – gesymboliseerd door + resp. – boven resp. onder de rechter
tiptoets.
• CLEAR
Zet een gewijzigde parameterwaarde in het actieve invoerveld weer terug naar de standaardwaarde.










