Operation Manual
Programmeervoorbeeld: helikoptermodel
In dit programmeervoorbeeld gaan we er van uit, dat u zich al bezig heeft gehouden met de beschrijving van de
verschillende menu’s en dat de principes van de bediening u duidelijk zijn. Bovendien moet de helikopter
volgens de bijbehorende handleiding mechanisch gezien exact zijn opgebouwd. De elektronische mogelijkheden
van de zender zijn er in geen geval voor bedoeld om grove mechanische fouten weg te poetsen.
Zoals zo vaak in het leven zijn er ook bij het programmeren van de mx-16s verschillende wegen en
mogelijkheden, om een bepaald doel te bereiken. In het volgende voorbeeld wordt u een helder gestructureerde
lijn aangeboden, om tot een zinvolle programmering te komen. Wanneer er meerdere mogelijkheden zijn, wordt
er eerst gewezen op een eenvoudige en overzichtelijke oplossing. Functioneert de helikopter daarmee later
probleemloos, dan staat het u natuurlijk vrij om andere – voor u misschien betere - oplossingen uit te proberen.
Als programmeervoorbeeld dient de helikopter STARLET 50 van GRAUPNER, met 3 om telkens 120° verzette
aansturingpunten, beginnerinstelling zonder verhoogde gascurve, zonder autopiloot-(gyro-)beïnvloeding vanaf
de zender en zonder toerentalregeling. Deze eenvoudige programmering werd bewust gekozen, ook om te
demonstreren, dat met relatief weinig moeite een goed vliegende helikopter geprogrammeerd kan worden.
Voor het instellen van deze voorbeeldprogrammering roept u in het menu “modelgeheugen” het ondermenu …
“model oproepen” (bladzijde 36)
op en kiest u met de rechter tiptoets een vrij modelgeheugen uit:
Dan kiest u door een indrukken van de SELECT- of ENTER-toets …
… het modeltype “heli”. De aanduiding wisselt direct naar de basis-aanduiding , wanneer u de keuze door een
druk op SELECT of ENTER bevestigt.
Verschijnt de waarschuwing “gas te hoog”, dan kan dit door een bewegen van de pitchknuppel naar de
minimumpositie – standaard “naar voren”- worden opgelost. Het geheugen moet nu de bijbehorende naam
krijgen, die in het menu …
“basis-instelling” (bladzijde 42 ... 46)
geprogrammeerd wordt. Na het invoeren van de “modelnaam” past u de “stuurtoewijzing” …
… aan uw stuurgewoonten aan en kiest u de bij uw ontvanger passende “modulatie” “PPM” of “SPCM” uit.
De eerste, helikopter-specifieke instelling vindt plaats in de volgende drie regels:
In de regel “tuimelschijftype” kiest u, met hoeveel servo’s de aansturing van de tuimelschijf plaatsvindt. In de
regel “rotor-draairichting” wordt de draairichting van de hoofdrotor, van boven gezien, vastgelegd, in dit
voorbeeld “links”. Bij “pitch min” kiest u, of het pitch-minimum met de stuurknuppel “naar voren”of “naar
achteren” wordt bereikt.
Uiterlijk nu moeten ook de servo’s in de juiste volorde in de ontvanger worden gestoken:










